Structurele en incidentele vervuiling: voorkomen is beter dan genezen
Je hebt een nieuwe watergeefinstallatie en krijgt verstoppingen. Wat is er aan de hand? Of je hebt een oudere installatie en installeert nieuwe druppelaars of sproeiers met een grotere capaciteit en hebt ineens last van verstoppingen. Hoe kan dat? Stefan Bakker, productmanager Revaho, geeft uitleg over het verschil tussen structurele en incidentele vervuiling en antwoord op deze vragen.
Structurele vervuiling
Bakker: “Vervuiling dat in een normale bedrijfsvoering met het water meekomt, noemen we structurele vervuiling.” Deze vervuiling is in drie hoofdgroepen in te delen: mechanisch, biologisch en chemisch. Voor het wegvangen van deze totaal verschillende vervuilingsoorten zijn permanente oplossingen nodig, zoals filtersystemen, bezinking en ontsmetting.
Incidentele vervuiling
“Incidentele vervuiling is anders dan structurele vervuiling en wordt ‘aanlegvervuiling’ genoemd”, vertelt de productmanager. “Vooral tijdens de aanleg van een watergeefsysteem, maar ook bij reparatie van een installatie of vervanging van druppelaars of sproeiers kan er veel vuil in de leidingen terecht komen.” Denk hierbij aan pvc-buizen of druppelslangen die buiten zijn opgeslagen, waardoor er stof, zand of ziektes in terecht kunnen komen. Of een lekkende leiding onder de grond, die opengegraven moet worden om te repareren. Zand is de meest vervelende vervuiling, omdat zand zwaarder is dan water en zinkt. Hierdoor laat zand zich moeilijker uit de leidingen of slangen spoelen, zeker als deze omhoog lopen.
Schone start maken
Bakker: “Een bekertje zand in een leiding kan al duizenden druppelaars of sproeiers verstoppen. En als het er eenmaal in zit, krijg je het er moeilijk uit. Want zand is niet chemisch met bijvoorbeeld een zuur op te lossen. De installatie lost nog eerder op dan het zand!”
Filtersystemen kunnen niets aan incidentele vervuiling doen, omdat het niet met het water uit de opslag meekomt, maar in het leidingensysteem achter de filters zit. Daarom is er maar één oplossing: voorkomen dat de incidentele vervuiling erin komt. Leidingen en materialen daarom voor aanleg schoon en dicht opslaan.
Druk of volume water?
“Als er toch bij aanleg vervuiling in de leiding komt, zit het vaak zover weg dat het niet met de hand eruit te halen valt. Het leidingwerk dan toch maar afmaken en het leidingensysteem, voordat het in gebruik wordt genomen, heel goed doorspoelen. Dat moet met veel volume water onder lage druk en vrije uitloop gebeuren, zodat het water zo hard mogelijk door het systeem loopt en de vervuiling kan meenemen”, aldus de productmanager.
Een vuistregel hierbij is dat het watervolume minimaal 2 tot 5 maal de inhoud van het leidingsysteem moet zijn. Voor het doorspoelen schoon water gebruiken. “In het verleden werd bij een nieuw aangelegde installatie nog wel eens minder geschikt water gebruikt, omdat het regenwaterbassin nog niet was aangelegd. Dat komt tegenwoordig door een betere bouwplanning minder voor.”
Voldoende pompcapaciteit
Het doorspoelen kan meestal goed met de systeempomp van de installatie, omdat tegenwoordig de leidingen niet meer overgedimensioneerd zijn. Soms moet er een externe pomp aan te pas komen. Dat kan bijvoorbeeld de pomp van dakberegening zijn, eventueel samen met de systeempomp.
Bij incidenteel vuil is het noodzakelijk om vele malen te spoelen en verstopte druppelaars te vervangen en sproeiers schoon te maken. Bij structureel vuil uit water moeten filters worden gecontroleerd en indien nodig het systeem doorgespoeld.
Een combinatie van beide soorten vuil kan ook bij een net aangelegde of gerepareerde installatie vorkomen. “Onverklaarbare verstoppingen kunnen van aanlegvuil komen of in een warme zomerperiode van vervuiling uit het bassin, zoals algen”, meldt de productmanager. Allebei de vervuilingen apart oplossen.
Vervuiling vaststellen
Bakker: “Het meest spannendste moment is de inbedrijfstelling van de installatie. Dan zal moeten blijken of het werkt en geen verstoppingen zijn. Als dat wel het geval is, is het belangrijkste om vast te stellen of het om incidentele of structurele vervuiling gaat. Aanlegvuil moet je op tijd onderkennen. Want als je denkt dat het vuil uit je waterbassin komt en je filtersysteem het eruit haalt, is dat bij incidenteel vuil niet het geval. Andersom is het ook zo dat, als je denkt aan incidentele vervuiling, je allen maar meer structurele vervuiling in je systeem blijft pompen. Mijn advies: haal er een vakspecialist bij die het goed beoordeelt. Want de grootste fout ontstaat bij een verkeerde beoordeling.”
Risicomomenten verstopping
Voor incidentele vervuiling liggen de risicomomenten bij aanleg of reparatie van de installatie, vervanging van druppelslang, maar ook bij reinigen (chemisch en mechanisch) van het leidingensysteem.
Bij chemische reiniging komt vooral bij oudere installaties door het reinigingsmiddel (chloor of waterstofperoxide) de vervuilingslaag in grote hoeveelheden in één keer los. De filtersystemen helpen hier niet tegen, maar het losse vuil kan wel duizenden druppelaars verstoppen.
Bij mechanische reiniging, waar er met veel water wordt doorgespoeld, kan het zijn dat het vuil niet voldoende wordt uitgespoeld. De vervuiling blijft halverwege liggen en zorgt voor problemen.
De productmanager: “Bij vervanging van druppelaars of sproeiers van oudere installaties kan er door de verandering in capaciteit meer water door de leidingen stromen, waardoor er ook incidenteel vuil los komt en voor verstopping kan zorgen.”