Virtuele lysimeter naar tevredenheid getest in de praktijk
Grondtelers hebben wettelijk een zorgplicht; ze moeten water geven en bemesten naar behoefte zodat er niets uitspoelt. Maar het ontbrak aan praktische instrumenten om dat te realiseren. Die zijn nu in de maak.
De beste manier om in de gaten te houden of er geen uitspoeling naar de ondergrond plaatsvindt, is een lysimeter. Een bak tussen het gewas, gevuld met kasgrond en gewoon beplant. Je meet al het drainagewater dat onder uit de bak komt en weet dan of er mineralen en gewasbeschermingsmiddelen verloren gaan. “Het is een goed instrument, maar in de praktijk blijkt hij duur en onpraktisch”, ziet Wim Voogt van Wageningen University & Research, business unit Glastuinbouw.
Daarom ontwikkelt hij samen met collega’s een praktisch instrument dat niet in de weg staat: ook een lysimeter, maar dan in de computer. Een virtueel instrument dat bijhoudt hoeveel water erin gaat, hoeveel er verdampt, wat de voorraad water in de grond is en wat er aan de onderkant van de teelt uitspoelt. Het gaat dus om de balans tussen de in- en uitgaande waterstroom in de bovenste grondlagen.
Elke kasgrond verschillend
“Je moet dus kijken naar de watergift, wat het gewas opneemt en verdampt en wat de bodem vasthoudt”, zegt Voogt. De eerste twee zijn niet moeilijk: de gegevens over de gift zitten immers in de klimaatcomputer en voor gewasgroei en –verdamping bestaat een goed model. De uitdaging zit bij de bodem. “Elke kasgrond is verschillend. Hoe bereken je dan de berging en de uitspoeling? Daarvoor hebben we eerst het bodemprofiel in drie lagen verdeeld. De bovenste twintig centimeter is de laag die je bewerkt; die is hoog in organische stof. Daarna komt een laag die ook nog wat wortels bevat, tot zo’n veertig centimeter. De derde laag reikt tot zestig centimeter en fungeert als waterbuffer. Alles wat verder zakt dan die zestig centimeter spoelt in principe uit”, vertelt hij.
De drie lagen zijn communicerende vaten. Als je water geeft, raakt de eerste laag verzadigd. Die levert water door aan de tweede en die ook weer aan de derde. Als het gewas water opneemt of de grond uitdroogt, gaat het andersom. Hoe die processen verlopen, hangt erg af van de grondsoort, dichtheid, organische stofgehalte en dergelijke.
Optimale gift bepalen
Door middel van een eenmalig bodemonderzoek, of bekende eigenschappen van de bodem, wordt een standaard vochtkarakteristiek uitgekozen die het best past voor een gegeven situatie. De virtuele lysimeter staat dan klaar om te rekenen met data van gift, gewas, en kasklimaat. Voogt: “Je kunt er twee dingen mee doen. Het eerste is het bepalen van de juiste watergift. Als je niet meer geeft dan er wordt onttrokken, heb je in principe geen uitspoeling. Het tweede is bekijken wat er gebeurt als je een bepaalde gift geeft, bijvoorbeeld wat je normaal gesproken op grond van teeltervaring zou doen.”
Optimalisatie in de praktijk
De virtuele lysimeter is in principe af. Hij is gedurende twee teelten op een chrysantenbedrijf getest, waar een echte lysimeter staat. “We hebben bekeken of er verschil was tussen de gemeten en berekende waarde. In de eerste teelt zagen we 7% verschil, in de tweede was dat al minder”, zegt hij. De komende tijd vindt verdere validatie plaats op bedrijven met alstroemeria, trachelium en zomerbloemen. “Op grond van de praktijkproeven gaan we de virtuele lysimeter nog bijstellen. Ook gaan we in 2020 een gebruiksvriendelijke schil eromheen bouwen. In de tweede helft van het jaar gaan we die breder uitrollen op praktijkbedrijven en uitvoerig testen. Dan moet hij in 2021 klaar zijn.”
Het project ‘Zorgplicht grondgbonden teelten’ wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research BU Glastuinbouw. Het penvoerderschap ligt bij Glastuinbouw Nederland. Financiers zijn Stichting Kennis In Je Kas (KijK), topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, Stowa, Ridder Gowing Solutions BV en diverse teeltbedrijven.