Zelf nitraat meten, maar hoe?

Erik van Os (WUR)

Wetgeving vereist dat we in 2027 nagenoeg emissieloos telen. Telers recirculeren het water en proberen zo min mogelijk te lozen. De kwaliteit van het oppervlaktewater gaat in de tuinbouwgebieden langzaam maar zeker vooruit. Het meten van de kwaliteit van het oppervlaktewater is nogal moeizaam, de EC kan wel worden gemeten, maar eigenlijk is het nitraat de boosdoener maar die kan nu nog niet direct worden gemeten. Om het opsporen van lekkages via de grond of onverwachte calamiteiten gemakkelijker te maken, gaat onderzoek worden gedaan naar een betrouwbaar, robuust en draagbaar meetapparaat voor nitraat.

Met dit apparaat kunnen telers zelf aan de verbetering van het oppervlaktewater werken door regelmatig het nitraatgehalte te meten. Het apparaat moet werken als een alarmbel, de meting is een indicatie dat er iets aan de hand is. De nauwkeurigheid zal minder zijn dan de laboratorium analyses en daardoor kan het apparaat hopelijk goedkoper worden.
In de afgelopen jaren zijn al verschillende sensoren om nitraat te meten op de markt gebracht. Altijd was er wel een nadeel en dus een reden waarom het niet massaal werd toegepast. In het komende onderzoek worden verschillende meetprincipes met elkaar vergeleken. Er zal ook duidelijk onderscheid worden gemaakt waar het apparaat voor bedoeld is; voor de tuinder om de voedingsoplossing te meten of lekkages op te sporen, of om het oppervlaktewater te meten waar de concentraties veel lager liggen. Ook de waterbeheerders hebben baat bij een dergelijk meetapparaat. Echter, elke toepassing heeft zijn eigen eisen en daar zal op worden geselecteerd.

Randvoorwaarden bepalen
Het project is zojuist gestart en de onderzoekers gaan als eerste de randvoorwaarden voor een dergelijke nitraatsensor bepalen, waar moet deze worden gebruikt en welke eisen passen daarbij. Vervolgens zal bij Wageningen University & Research in Bleiswijk een meetopstelling worden gemaakt met diverse nitraatsensoren. Metingen zullen worden beoordeeld, niet alleen op nauwkeurigheid maar ook op gebruiksgemak, of de data rechtstreeks naar de computer worden gestuurd of dat de sensor frequent moet worden gekalibreerd en last but not least de aanschafprijs. Als er een techniek met een goede haalbaarheid tussen zit of ontwikkeld kan worden dan zal hiermee in de volgende jaren worden doorgegaan. Er komt een nieuw prototype, dat ook weer wordt getest in de praktijk.

Het project wordt gefinancierd vanuit Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen, Kennis in je Kas (KIJK) en STOWA. Partners zijn IMEC, Acacia Water, Hoogheemraadschap Delfland, AKVO en Fixeau

Meer nieuws