Flink lagere emissie en prima kwaliteit bij implementatie CRF en recirculatie in praktijk

Deze week zijn de telers van het praktijknetwerk bij elkaar geweest om de planten van de laatste proef te bekijken en alle resultaten te bespreken van het onderzoeksproject: Praktijkimplementatie controlled released fertilizers (CRF) in combinatie met recirculatie.

Catalina (2 planten links) en Pixie (2 planten rechts) op 27 mei 2019 geteeld op de onderzoeklocatie (middelste rij) en 2 referentiebedrijven (bovenste en onderste rij). Het verschil in ontwikkeling stadium is het gevolg van verschillend aantal weken opkweek per bedrijf.

Goede resultaten
De planten zagen er goed uit, net als de planten van eerdere proeven die samen met het praktijknetwerk beoordeeld zijn. Bij Catalina en Pixie waren soms zelfs zijtakken op de zijtakken zichtbaar. Vergelijking van zes proefpartijen Pixie en Catalina op de proeflocatie en vier referentiebedrijven heeft een goede groei in de opkweek laten zien vergelijkbaar met de referentiebedrijven. Metingen van de veilingrijpe planten lieten een goede eindkwaliteit zien voor gemiddelde opkweekduur van 23 weken op de proeflocatie. Bij Catalina gemiddeld 65% tweetakkers, 29% drietakkers en 5% viertakkers met 50 bloemen per plant en bij Pixie gemiddeld 94% tweetakkers en 6% drietakkers met 69 bloemen per plant. Een houdbaarheidstest door FloraHolland heeft bovendien een uitstekende houdbaarheid opgeleverd. Sinds de start van het project in week 11 in 2018 is de emissie flink verlaagd en komt zelfs in de buurt van de norm voor 2027. Conclusie is dat met deze resultaten het gebruik van langzaam vrijkomende meststoffen en recirculatie klaar is voor verdere toepassing in de praktijk.

Recirculatie
Sinds begin 2018 is slechts 2 maal 90 m3 drainwater mobiel gezuiverd en afgevoerd op een totale bedrijfsoppervlakte van 4 ha. Het drainwater is met UV ontsmet voor hergebruik. Analyses van de drainsilo hebben laten zien dat het natrium- en chloorgehalte en de onderlinge verhouding van elementen in de drainsilo vrij stabiel blijft. Daardoor kan de water- en bemestingsstrategie ook heel stabiel blijven. Er is circa 3 gram Osmocote in de pot gedoseerd bij de oppotmachine. In de eerste 3-4 weken is in het gietwater een EC van 0,7 mee gegeven met 0,5 EC uit drainwater. Daarna is overgaan naar een EC van 0,5/0,6 met 0,3/0,4 EC uit drainwater. In de koeling/afkweek is een EC van 0,7 tot 0,9 mee gegeven met meestal 100% EC uit drainwater, afgewisseld met tijdelijk 0,1-0,2 EC verse voeding in sommige periodes. In de vuildrainsilo bleef het natriumgehalte stabiel rond de 1,0 mmol bij een stabiele EC van 1,2. Bij het meegeven van 0,3 tot 0,9 EC uit drainwater is dan 0,25 tot 0,75 mmol natrium meegegeven in de gift.

Projectpartners
Dit onderzoek is uitgevoerd door Wageningen University & Research BU Glastuinbouw in samenwerking met Pannekoek Orchideeën, gewascoöperatie potorchidee, ICL Specialty Fertilizers (leverancier CRF), VAN OS research, Glastuinbouw Nederland, Lentse & Slingerland potgrond en de Phalaenopsis telers in het praktijk netwerk.

Financiering
Het onderzoek is gefinancierd door de STOWA (Stichting Toegepast Onderzoek Waterbeheer) en de gewascoöperatie potorchidee en is mede mogelijk door een in kind bijdrage van alle projectpartners. Voor de groeimetingen in 2018 heeft Delphy het gebruik van het QMS systeem tegen gereduceerd tarief beschikbaar gesteld.

Proefbezoek
Op 5 maart 2019 j.l. is er een proefbezoek geweest van de gewascoöperatie op locatie bij Pannekoek Orchideeën. 

Meer nieuws