Meer zicht nodig op natriumtolerantie phalaenopsis

Tijs Kierkels

Potorchideeën zoals phalaenopsis staan bekend als zoutgevoelig. Dat is mede de reden dat er geen richtlijn bestaat voor het natriumgehalte in het gietwater. In het verleden werd het gietwater voor de zekerheid helemaal niet hergebruikt. Maar nu er steeds meer druk is om te recirculeren, is het noodzakelijk om meer zicht te krijgen op acceptabele natriumcijfers.

“De telers zetten zich in voor hergebruik. Natrium is daarbij een bottleneck. Daarom is het nodig om de schadedrempel te kennen. Bij een te hoog natriumcijfer kun je groeiremming krijgen – kleinere planten, minder takken, minder bloemen – maar ook belemmering van de opname van calcium en kalium. Bij een cymbidiumproef in het verleden is dat laatste duidelijk naar voren gekomen. Te hoge natriumcijfers gaven een te laag kaliumgehalte in de planten”, vertelt onderzoeker Wim Voogt van Wageningen University & Research.
Hij is projectleider van het onderzoek naar acceptabele natriumcijfers dat in Bleiswijk plaatsvindt, mede gefinancierd en met grote belangstelling gevolgd door de telers van de gewascoöperatie Potorchidee.

Gelijke of variabele EC
“De basisvragen zijn: neemt de plant natrium op? Waar komt het terecht? Welke symptomen treden er op bij welke concentraties”, zo somt hij op. Er zijn twee series behandelingen:

  • Een oplopend Na-cijfer (tot 10 mmol/l) bij een gelijkblijvende EC van 1,5 mS/cm. Bij hogere concentraties gaat dit ten koste van de kationen, zoals calcium, kalium en magnesium;
  • Een oplopend Na-cijfer waarbij de voeding gelijk wordt gehouden en de EC dus bij hogere concentraties natrium oploopt.

De planten staan sinds begin juli in de kas. De proef loopt door totdat de planten afleverklaar zijn, voorjaar 2022.

Een plant met verrassingen
Voogt geeft aan dat er al een klein vooronderzoek is geweest, dat verrassende resultaten gaf. “Dat was bedoeld om in de vegetatieve opkweek ongeveer een grens te bepalen tot hoever je kunt gaan. Het merkwaardige was: we zagen helemaal geen effecten bij een oplopend Na-cijfer. Wel bleek bij analyses dat het gehalte in het blad heel hoog opliep. We moeten flinke slagen om de arm houden; dit zegt nog niet veel, onder andere omdat ons teeltsysteem afweek van de praktijk. Maar zowel onderzoekers als telers zijn heel benieuwd naar het vervolg.”
Hij heeft inmiddels analysecijfers uit andere proeven en ook uit de praktijk gekregen. Daarbij zie je af en toe ook hoge Na-gehaltes in het blad. “Wat gebeurt hier, het is heel vreemd. Eigenlijk weten we gewoon nog niet zoveel van phalaenopsis. De plant is niet te vergelijken met eerdere gewassen die we in de serie natriumproeven hebben onderzocht, zoals tomaat, paprika, gerbera en roos. Het is een epifyt; wellicht verlopen processen bij zo’n plant anders.”
Dit onderzoek is bedoeld om die kennis te verbeteren en de telers een basis te geven voor hun omgang met natriumcijfers.

Het project wordt gefinancierd door Topsector T&U, stichting Kennis in je Kas (KIJK), Gewascoöperatie Potorchidee, YARA en Elektavon-Haket

Meer nieuws