Emissie-arm teeltsysteem Freesia II

Beschrijving

Om de emissie in de teelt van Freesia te verminderen is een nieuw teeltsysteem los van de grond aan gelegd in de praktijk, waarbij drainwater hergebruikt kan worden. Vanaf april 2015 zijn drie teelten op zandbedden (ca. 15 cm hoog) uitgevoerd. In 2016 bleek dat geprepareerde knollen uit de eerste teelt, moeizaam weg groeiden na het terug planten in de derde teelt. Om het nieuwe teeltsysteem rendabel te maken voor de praktijk is het noodzakelijk dat knollen in vervolgteelten succesvol hergebruikt kunnen worden, zoals gebruikelijk in de teelt van Freesia. Om meer inzicht te krijgen in mogelijke oorzaken van de slechte weg groei zullen gewasanalyses uitgevoerd worden aan knollen en bovengronds gewas van zandbedden en kasgrond en zal een deskstudie uitgevoerd worden naar knolgroei en afrijpen van Freesia knollen.

Dit is een vervolg op 'Emissie-arm teeltsysteem Freesia'

Resultaten

De gewasanalyses en de uitgevoerde deskstudie hebben een aantal aanknopingspunten opgeleverd welke bij kunnen dragen aan een succesvolle teelt van Freesia knollen op zandbedden. Echter nader onderzoek om een en ander verder uit te werken is raadzaam.

Watergift geleidelijk afbouwen
Bij een teelt in kasgrond blijft langer water en voeding beschikbaar door capillaire opstijging van water uit de ondergrond en grotere bufferende werking van de grond. Om de knolgroei te bevorderen en de knollen op zandbedden op een meer natuurlijke manier te laten afrijpen, wordt geadviseerd de watergift op de zandbedden later en langzamer af te bouwen. Het monitoren van de bodemvochtigheid in zandbedden en kasgrond met vochtsensoren kan daarbij een handig hulpmiddel zijn om te monitoren of in eerste instantie de plant nog voldoende vocht beschikbaar heeft om assimilaten productie in het bovengronds gewas op peil te houden en daarna het geleidelijk opdrogend effect zoals gebruikelijk bij een teelt in kasgrond na te bootsen in de zandbedden. De vochtsensoren moeten dan wel goed gekalibreerd zijn voor de betreffende substraten.

Afrijpen en in rust gaan van de knollen
In de periode ná de bloemenoogst en vóór het rooien vindt knolgroei en overgang van groei- naar rustfase plaats. In deze fase stopt de bovengrondse groei, sterven de bladeren af en gaat de knol in rust. In deze periode past de knol zich aan, om waterverlies in de droge hete zomer te beperken. Vroeg geoogste Freesia knollen verliezen meer gewicht bij het drogen dan later geoogste knollen. Een te sterke uitdroging tijdens de bewaring gaat samen met een slechte weggroei na het planten. De knollen hebben dus tijd nodig om zich aan te passen. Verder wordt ook genoemd dat een relatief hoge watergift in de laatste periode van de teelt, zwaarder knolmateriaal oplevert met een geringere kwaliteit (‘waterknollen’). Waarschijnlijk is een geleidelijke overgang naar drogere omstandigheden nodig waardoor de knol zich aan past en in rust gaat.

Projectnummer 15117
Startdatum 01-01-16
Einddatum 17-07-17
Afgerond Ja
Budget €8.700
Uitvoerder Wageningen University & Research BU Glastuinbouw
Document

Onderzoek en projecten watergift

Precisie-irrigatie Chrysant

Afgerond

Vanwege knelpunten in de irrigatiesystemen wordt onderzocht welke knelpunten er zijn, wat de oorsprong is van deze knelpunten en of er verbeteringen…

Lees meer