Geen nadelige effecten hergebruik drainwater bij Phalaenopsis

De glastuinbouw streeft naar een duurzame bedrijfsvoering met zo min mogelijk milieubelasting. Om de emissie van meststoffen vanuit de teelt van potorchidee te verminderen, is onderzoek uitgevoerd naar hergebruik van drainwater bij Phalaenopsis.

In de eerste fase van onderzoek zijn leaflets opgesteld met informatie over knelpunten voortgekomen uit het praktijknetwerk recirculatie potorchidee. Daarna is bij Wageningen UR Glastuinbouw in Bleiswijk een proef uitgevoerd met hergebruik van drainwater. Phalaenopsistelers die al gestart zijn met hergebruik van drainwater gaven aan dat een emissienorm van 300 kg N/ha/jaar haalbaar lijkt in de praktijk.

In de proef is nagegaan of het mogelijk is de emissie nog verder te verlagen. De eerste recirculatiebehandeling was gericht op het kunnen voldoen aan de emissienorm voor 2018 (maximaal 150 kg N/ha/jaar). Bij de tweede recirculatiebehandeling is de emissie nog verder teruggebracht met het oog op verdere aanscherping van de normen na 2018. Beide behandelingen zijn vergeleken met een derde behandeling zonder hergebruik van drainwater.

Bij recirculatie liepen zowel het natrium- als het zinkgehalte op. Bij een natriumgehalte van 1,5-1,6 mmol/l in het drainwater en 1,0-1,1 in de gift is drainwater geloosd. Het zinkgehalte liep op tot maximaal 16 mmol/l. Uit de gewasanalyses blijkt dat het gewas bij recirculatie meer natrium heeft opgenomen dan bij de controlebehandeling zonder recirculatie. Zowel in het blad als in de wortels was het natriumgehalte hoger. In de bloemtakken was geen duidelijke concentratie natrium meetbaar. Het hergebruik van drainwater heeft bij beide recirculatiebehandelingen geen nadelige gevolgen laten zien voor de plantengroei tijdens de opkweek, koeling en afkweek en ook niet tijdens de houdbaarheidstest na afloop van het onderzoek. Er is ook geen verhoogde ziektedruk geconstateerd. Bij alle behandelingen was er nagenoeg geen uitval van planten.

Meer nieuws