Gebiedsgerichte monitoring en handhaving

Harry Stijger

Het Hoogheemraadschap van Delfland is halverwege 2013 gestart met het project ‘Gebiedsgerichte monitoring en handhaving’ (hierna te noemen: gebiedsgericht meten). Met het gebiedsgericht meten wil het waterschap de kwaliteit van het oppervlaktewater verbeteren. Bewustwording, betrokkenheid van de sector en een (beperkte) investering moeten daarin een bijdrage leveren.

Ondanks dat 98% van de bedrijven in het gebied van Delfland zijn aangesloten op het riool, zag Delfland in de jaren 2011 tot 2013 geen afname in de aangetroffen concentraties van nutriënten (stikstof en fosfaat) en gewasbeschermingsmiddelen. Voor het verbeteren van de waterkwaliteit is gestart met het gebiedsgericht meten om de problemen bij de bron aan te pakken. Om te zien hoe de waterstromen lopen brengt het waterschap nu per polder het gebied in kaart en intensiveert de monitoring.

Aanpak en communicatie
Voor een 24/7 monitoring wordt het meetnet, dat al in gebruik is om de kwaliteit van het oppervlaktewater in de gaten te houden, flink uitgebreid. Met geavanceerde vaste en mobiele meetapparatuur, die op strategische punten worden geplaatst, zijn onder meer EC, pH, temperatuur en zuurstof van het water te meten. Periodiek nemen controleurs en handhavers op vaste punten watermonsters om te analyseren op nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen.

Delfland informeert ondernemers in het gekozen gebied preventief over de aanpak middels een brief en belegt samen met LTO Glaskracht Nederland informatieavonden, maar brengt ook individuele bedrijfsbezoeken. “Door te informeren en te communiceren, los je aan de voorkant al veel op”, zegt Erik Groen, handhaver van het Hoogheemraadschap van Delfland.

Controle op lozingen
Delfland controleert op illegale lozingen, ook buiten kantoortijden en in bijzondere teeltperiodes, zoals de teeltwisseling. Zodra ze er een signaleren, kan het waterschap – in samenwerking met de NVWA – tegenwoordig snel achterhalen welk glastuinbouwbedrijf daarvoor verantwoordelijk is. Groen: “We treden dan handhavend op en de kans bestaat dat Delfland dit communiceert naar de buitenwereld.” Het bedrijf krijgt vervolgens bezoek van een handhaver, die oplossingsgericht te werk gaat. Dat houdt in dat de handhaver, in overleg met de ondernemer, bekijkt welke maatregelen de ondernemer kan en moet treffen om de emissie naar het oppervlaktewater te stoppen. Uiteraard wordt met de bedrijfssituatie rekening gehouden.

Ervaringen vanuit het veld
Groen noemt de onbewuste lozing. Bijvoorbeeld de overstort uit een vuildrainsilo, die op het riool moet worden geloosd. Soms weet een ondernemer niet dat er een leiding naar het oppervlaktewater gaat. Dat is met eenvoudige middelen te veranderen. “Het gaat om bewustwording van het eigen watersysteem. Het gedrag, dat mensafhankelijk is, is lastig te beïnvloeden. Bij ondernemers zie je vaak dat de teelt voorrang krijgt op het milieu”, voegt de handhaver hieraan toe. “Terwijl er met relatief eenvoudige middelen al heel veel te winnen valt op weg naar schoner water en maatschappelijk verantwoord ondernemen.”

Meer nieuws