Praktijknetwerk recirculatie Potorchidee afgerond

Telers van potorchideeën beseffen dat de emissie van nutriënten en gewasbeschermingsmiddelen naar oppervlaktewater en/of riolering fors moet worden beperkt. Sinds 1 januari 2013 is de regelgeving aangepast en is ook voor de orchideeënteelt een emissienorm in de wetgeving opgenomen.

Met hergebruik is echter weinig ervaring binnen deze teelt, emissiebeperking is niet gewaarborgd binnen de gangbare bedrijfsvoering. Negen telers sloegen de handen ineen en vormden een praktijknetwerk om ook in de nabije toekomst een duurzaam product te kunnen produceren. Naast een eigen bijdrage heeft het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie meegefinancierd vanuit het Programma voor Plattelandsontwikkeling (POP) 2007-2013 voor Nederland. Het project startte op 12 december 2012 en eindigde op 11 december 2014.

Aanleiding en probleemstelling
Bij aanvang was er veel onbekendheid en onduidelijkheid over hoe in de potorchideeënteelt het beste gerecirculeerd kan worden en welk percentage van het gietwater uit drainwater mag ontstaan. Hergebruik binnen de teelt van potorchidee is lastig vanwege de gevoeligheid en de verschillende teeltfasen van het gewas, die elk beschikken over een eigen voedingsrecept. Daarnaast is kennis van andere teelten niet altijd bruikbaar, omdat potorchidee een ander teeltmedium gebruikt en de wortels op een aangepaste wijze voedingsstoffen opnemen en afgeven. Onduidelijk is in hoeverre elementen schadelijk kunnen zijn wanneer er meer drainwater wordt hergebruikt in de kas. Ook was er angst voor het ontstaan van ziekten en plagen.

Conclusie
De bedrijven zien met de opgedane kennis meer mogelijkheden en minder bezwaren om drainwater te hergebruiken (mits bedrijfsvoorzieningen dit mogelijk maken). Het netwerk denkt dat in de meeste gevallen een emissie beperking van 300 kg N/ha/jaar behaald kan worden. Verder emissiebeperking lijkt (met de huidige kennis) in de meeste gevallen nog niet mogelijk. Een uitzondering hierop is:

  • De teelt van overige potorchideeën, met name door de beperktere watergift
  • Wanneer als strategie gekozen wordt voor het hergebruiken van drainwater in een andere teelt

Om voor de Phalaenopsistelers die niet hun drainwater in een andere teelt kunnen hergebruiken, tot een verdere emissiebeperking te komen zijn een aantal andere oplossingsrichtingen naar voren gekomen:

  • Hergebruik verder optimaliseren. Hiervoor is meer kennis nodig van de schadedrempels van de verschillende (voedings)elementen bij hergebruik. Het gebrek aan onderzoeksgegevens op dit gebied bleek, gedurende de looptijd van dit project, al snel een belangrijk knelpunt. Op advies van het netwerk en na afstemming met de landelijke commissie Potorchidee en de Ondernemersklankbordgroep Water is binnen de PPS Glastuinbouw Waterproof aangedrongen op nader onderzoek. Inmiddels is dit onderzoek in volle gang.
  • Nieuwe gietwaterstrategie ontwikkelen en toepassen waardoor minder water met voedingsstoffen wordt gegeven en de totale hoeveelheid drainwater dus een lagere EC heeft. Twee deelnemers hebben hiermee geëxperimenteerd. Bij het ene bedrijf werkte dit goed, bij het andere bedrijf ging het in de zomer prima, maar  leidde dit in de winter tot teeltproblemen. Ook in een onderzoek bij Wageningen UR leidde dit eind 2014 tot teeltproblemen en het voortijdig afbreken van de proef. Niet duidelijk is wat de exacte oorzaak is. Meer onderzoek hiernaar is wenselijk.

Aanpassen substraat; bij een vochthoudender substraat zal de watergift beter kunnen worden beperkt, waardoor minder drainwater zal ontstaan. Ook voor deze oplossingsrichting moet praktijk en onderzoek uitwijzen wat de mogelijkheden zijn.

Het praktijknetwerk Recirculatie Potorchidee is 11 december 2014 afgerond. Het eindrapport is via onderstaande link beschikbaar.

Meer nieuws