Nieuw teeltconcept voor chrysanten

Een nieuw teeltconcept voor chrysanten richt zich niet alleen op kwaliteitsverbetering van het gewas en de bodem, maar ook op verlaging van de emissie van meststoffen met de drainage. De teler kan met een aangepaste bemesting invloed uitoefenen op de kwaliteit van het drainwater.

Doel van het teeltconcept is om de bodemstructuur, de kwaliteit en de kwantiteit van het gewas te verbeteren. Daarnaast de emissie te verlagen door de kwaliteit van het drainagewater te verbeteren, waardoor het weer als gietwater is te gebruiken. Hiermee zijn kosten op water en meststoffen te besparen. In praktijkproeven zijn metingen gedaan aan de conditie van de teeltlaag en de kwaliteit van het drainwater uit de grond.

Meststoffengift aanpassen
De coöperatieve tuinbouwtoeleverancier Horticoop heeft samen met agrarisch grondlaboratorium Altic een analysemethode ontwikkeld om meer inzicht in de structuur en samenstelling van de bodem en de beschikbaarheid van de mineralen te krijgen. Bovendien is naar de voedingsbehoefte van het gewas en het bemestingschema gekeken. “Door de gewasbehoefte en de meststoffengift naast elkaar te leggen, zijn we tot de conclusie gekomen dat chrysantentelers 2,5 tot 3 keer zoveel voeding geven dan de plant werkelijk nodig heeft. De verhouding tussen het meststoffenrecept en opname van de chrysant is niet goed”, zeggen Peter Klein en Arie Verloop van Horticoop. “Door de receptuur zodanig aan te passen dat het beter aansluit bij de gewasopname, voorkomen we dat het teveel aan meststoffen snel uitspoelt.”

Water- en meststoffengift loskoppelen
Het in balans brengen van vraag en aanbod voor de plant gebeurt met organische meststoffen en gecoate meststoffen, die langzaam vrijkomen en minder uitspoelinggevoelig zijn. Hierdoor ontstaat een regelmatige afgifte van elementen. De gecoate meststoffen zijn enkelvoudig (N, P en K) en worden gestrooid met een toevoeging om het bodemleven te verbeteren. Klein: “Door meer meststoffen te strooien, kan de watergift meer los hiervan staan. Het voordeel is dat we los van de watergift in de teeltlaag meer elementen beschikbaar maken.”

Stuur in handen houden
De grootste kracht zit in de organische meststoffen, die zorgen voor het beter vasthouden van de mineralen en een verbeterde uitwisseling met de wortels van de plant. Uit de organische korrelmeststof komt 90% van de plantbehoefte als het gaat om fosfaat, magnesium en spoorelementen. De stikstof, kalium en calcium komen voor 50% door bijbemesting uit A- en B-bak, waardoor teler nog wel het stuur in handen houdt.
“Met bijbemesting willen telers uit de mestbakken voeding blijven geven, om het stuur in handen te houden. Ze willen kunnen ingrijpen als het niet naar wens gaat”, aldus Klein.

Positieve resultaten
In de praktijkproeven zijn verschillende verbeteringen te zien. De plant kan beter aan haar elementen komen. De receptuur sluit beter aan bij de behoefte van de plant en geeft een verbetering van de bodemstructuur voor een sterkere plant. Dit vertaalt zich uiteindelijk in een betere vochthuishouding in de grond en een lagere emissie van drainwater.