Effecten van nutriënten op weerbaarheid tegen ziekten en plagen

Wat zijn de effecten van (minder) nutriënten op de weerbaarheid of de gevoeligheid van gewassen voor ziekten en plagen? Veel gewassen krijgen structureel meer stikstof (en fosfaat) aangeboden dan noodzakelijk. Hierdoor groeien ze weelderig en maken ze veel aminozuren aan, maar zijn ze ook extra aantrekkelijk voor sommige plagen en wellicht ook vatbaarder voor ziekten. Kunnen we meer bereiken met minder?

In een workshop tijdens het Water en Plantgezondheid Event 2023 presenteerden Wim Voogt (Wageningen UR) en Jeroen Sanders (Vertify) de resultaten van recent onderzoek over dit onderwerp. De belangrijkste vragen zijn:

  • Hoe ver kun je terug zonder opbrengst/kwaliteitsverlies ?
  • Welke invloed heeft dit op verdediging tegen ziektes en plagen door de plant (geïnduceerde weerbaarheid)?
  • Wat zijn de effecten op biologische bestrijding?
  • Welke handvatten kunnen we telers bieden om de gewasgezondheid via nutriëntenaanbod te verbeteren?

Zoekgebied voor verlaging
Wim Voogt trapte af met een grafiek waarin de relatie tussen nutriëntengift (fosfaat) en productie werd uitgelegd. Hierin waren de productie van een willekeurig gewas en het fosfaatgehalte in dat gewas en in het drainwater (mat) af te lezen bij oplopende fosfaatgiften. In de grafiek waren ook de optimale bandbreedten uitgezet voor de mestgift, het gehalte in de plant en het gehalte in het wortelmilieu. Uit de productiecurve viel af te leiden dat er een behoorlijke ruimte ligt (het ‘zoekgebied’) om de fosfaatgift te verlagen zonder merkbare negatieve impact op de productie.

Minder nitraat, EC gelijk
Vervolgens werd er ingezoomd op nitraat als voornaamste stikstofbron. Vanuit de veronderstelling dat overmaat schaadt (door verhoogde plaagdruk en ziektegevoeligheid), is de vraag of we de nitraatgift binnen het verantwoorde zoekgebied zodanig kunnen verlagen dat gewassen minder gevoelig c.q. minder aantrekkelijk worden voor ziekten en plagen.  

Daar is onderzoek naar gedaan in onder andere chrysant, gerbera, komkommer en paprika. In deze onderzoeken zijn verlaagde nitraatgiften binnen de adviesbasis gecompenseerd met extra sulfaat en chloride om de EC op peil te houden.

Effecten op pathogenen en plagen
In gerbera werd vastgesteld dat verlaging van de nitraatgift (bij gelijkblijvende ammoniumgift!) inderdaad tot een lagere meeldauwdruk (Podosphaera xanthii) leidt. De gevoeligheid voor Botrytis cinerea nam daarentegen licht toe.

In komkommer werd in de vegetatieve groeifase geen verlaging van de meeldauwdruk waargenomen, in de generatieve groeifase wel. In een proef bij Vertify liet toevoeging van silicium geen meerwaarde zien.

Verlaging van de stikstofgift in gerbera resulteerde in minder nakomelingen bij californische trips. Bij kaswittevlieg werd dit effect pas na een flinke verlaging merkbaar. Opvallend genoeg reageerde trips in paprika juist positief op afnemende nitraatniveaus.

Bladluizen worden vaak genoemd als plaag die zich in een weelderig groeiend gewas snel kan uitbreiden. Verlaging van de nitraatgift leidde inderdaad snel tot een lagere luisdruk, die vervolgens echter vrij constant bleef.

Effecten op productie en kwaliteit
Voogt en Sanders concludeerden dat verlaging van de stikstofgift per saldo gunstig kan uitpakken op de ziekte- en plaagdruk, maar dat dit positieve effect meestal pas merkbaar wordt aan de onderkant van het zoekgebied. In die zone kan er ook een merkbaar negatieve impact zijn op de groei, productie en/of productkwaliteit. Zo werd in gerbera duidelijk vastgesteld dat de bloemproductie terugliep. In komkommer leek de houdbaarheid negatief te worden beïnvloed.

Conclusies
De onderzoekers stelden vast dat het wel degelijk mogelijk is om de nitraatgift (en de fosfaatgift) op verantwoorde wijze iets te verlagen, wat vanwege de gestegen bemestingskosten natuurlijk goed nieuws is. Een duidelijk positief effect op de gewasgezondheid of op verminderde ziekte- en plaagdruk valt dan nog niet te verwachten. Wanneer die effecten wel duidelijk merkbaar worden, kan het zijn dat ook de gewasgroei er onder lijdt. De onderzoekers konden telers daarom nog nog geen nieuwe handvatten bieden.

Discussie
Uiteraard kunnen de effecten van gewas tot gewas verschillen. De onderzoekers waren benieuwd of telers zelf naar dit vraagstuk hebben gekeken en hoever zij daarmee durven te gaan. Een producent van smaaktomaten reageerde: “Wij hebben de nitraatgift de afgelopen jaren al met 30% verlaagd, zonder negatieve gevolgen. We houden wel voortdurend de vinger aan de pols via gewasanalyses. Op die basis zouden we misschien nog iets verder kunnen gaan.”

“Kijk ook naar je draincijfers om het risico op productie- of kwaliteitsverlies te beperken”, gaf Voogt hem nog mee. “Als je daar te weinig in terugziet, zit je mogelijk in de gevarenzone.”

Meer nieuws