Aandacht voor water bij start nieuwe teelt
De kwaliteit van het irrigatiewater is bij de start van de teelt cruciaal. Het jonge gewas is kwetsbaar en kan flinke schade oplopen als de kwaliteit van het water niet goed is. Bij de start van een nieuwe teelt op substraat wordt veel bemest water gebruikt, vóórdat de planten komen. In dit proces kunnen onzorgvuldige handelingen leiden tot verlies van grote hoeveelheden water en meststoffen, met name op vier plaatsen in het systeem: 1) teeltgoot, 2) opvang aan einde van teeltgoot, 3) drainput en 4) draintanks. Een goede planning van het vol zetten en uitdraineren van de matten kan ervoor zorgen dat lozingen door overloop van goten en tanks voorkomen worden.
1) Voorkom overloop van de draingoot bij het uitdraineren van de substraatmat. Bij direct maken van de volledige drainuitsnede loopt de mat in zeer korte tijd helemaal leeg en ontstaat een golf water die over de rand van de draingoot op de grond terechtkomt. Door eerst een draingat te prikken met bijvoorbeeld een druppelaar kan de mat rustig uitdraineren. Vervolgens kan na het uitdraineren de drainuitsnede gemaakt worden.
2) Voorkom overloop van de afvoer van de draingoot naar de drainput. Als teveel matten tegelijkertijd uit gedraineerd worden, kan in de draingoot een golf ontstaan die zorgt voor overloop van het opvangbakje. Door bij het opvangbakje te beginnen en er steeds verder vandaan te bewegen, kan overloop voorkomen worden.
3) Voorkom overloop van de drainput. In de drainput hangt een pomp die het water naar de vuilwatertanks pompt. Als er meer water tegelijkertijd de drainput inloopt dan de pomp aankan, zal de drainput gaan overlopen. Laat daarom niet meer matten tegelijkertijd uitdraineren op dezelfde drainput als de afvoercapaciteit van de pomp in de drainput. Een goed werkende vlotter is in deze fase ook cruciaal. Check daarom de vlotter op werking en verwijder eventueel blokkades.
4) Voorkom overloop van de draintanks (vuil en schoon). De draintanks hebben een beperkt volume voor opslag van drainwater. Al het water dat vrijkomt bij het doorsteken van de substraatmatten moet kunnen worden opgevangen in deze tanks. Als de opslagcapaciteit beperkt is, kan ervoor gekozen worden om het vullen en uitdraineren van de matten gefaseerd te laten plaatsvinden, bijvoorbeeld per kraanvak of groep van kraan-vakken. Het water dat bij uitdraineren van de eerste afdeling vrijkomt, kan dan vervolgens (eventueel na ontsmetten) weer hergebruikt worden voor het vol zetten van de volgende afdeling.
Aandachtspunt is de capaciteit van de waterbehandelingsunit (bijvoorbeeld ontsmetter): deze kan hierbij ook beperkend zijn om het water snel genoeg van de vuil/ naar de schoon draintank te krijgen om hergebruik mogelijk te maken.
Drainwater frequenter analyseren
Tijdens de opstartfase kunt u het gietwater frequenter analyseren op residuen van reinigings- en gewasbeschermingsmiddelen om te beoordelen of u het drainwater kunt hergebruiken. Controle op waterstofperoxide (H2O2) voor hergebruik van het reinigingswater in de teelt is eenvoudig met teststrips te doen. Voor andere stoffen is een analyse in een laboratorium nodig. De uitslag heeft u na enkele dagen.
Op www.glastuinbouwwaterproof.nl/teeltwisseling vind u meer informatie over waterkwaliteit tijdens de teeltwisseling.