LTO Glaskracht niet akkoord met planning zuiveringsplicht

Grote verbazing deze week bij LTO Glaskracht Nederland over een brief inzake de zuiveringsplicht van het ministerie van I&M aan de Tweede Kamer.

Hierin wordt de suggestie gewekt dat er een bestuurlijk akkoord is over de zuiveringsplicht voor de glastuinbouw. Echter is dit overleg nog gaande.

Tijdens het Algemeen Overleg Water op 24 juni 2015 stelden de Kamerleden Visser (VVD) en Geurts (CDA) de brief aan de orde naar aanleiding van informatie van LTO Glaskracht Nederland. Minister Schulz kwam weinig verder dan dat het eigenlijk het dossier van staatssecretaris Mansveld is en dat de brief eigenlijk geagendeerd is voor het AO over mestwetgeving op 1 juli.

Bestuurlijk overleg
Op 30 april vond bestuurlijk overleg plaats tussen de ministeries van I&M en EZ, de Unie van Waterschappen, Nefyto en LTO Glaskracht Nederland. Daarin zijn standpunten en argumenten uitgewisseld, waarna uiteindelijk is afgesproken om tot een bestuurlijk akkoord te komen inzake de zuiveringsplicht. Hierbij worden ook de natuurorganisaties (N&M), de gemeenten (VNG) en de provincies (IPO) betrokken. De afgelopen weken vonden twee overleggen plaats om het akkoord voor te bereiden. Op 3 juli staat het derde overleg gepland. Er zijn nog diverse punten waarover geen overeenstemming is bereikt. De brief van het ministerie van I&M verbaasde LTO Glaskracht Nederland dan ook zeer.

Voor 1 juli voorziet LTO Glaskracht Nederland de Kamerleden van verder informatie, want we zijn niet akkoord met de voorgestelde tijdsplanning en invulling en wel om de volgende redenen:

  1. De voorgestelde aanpak (95% zuivering vanaf 2018) is geen realistisch tijdspad, maar een versnelling met 3 jaar van de oorspronkelijke beleidsintentie (95% zuivering in 2021 om doelstelling in 2023 te halen) en het is daarmee geen invulling van de motie Bosman/Lodders die I&M opriep om te komen tot een realistisch tijdpad.
  2. De gesprekken over een mogelijk bestuurlijk akkoord lopen nog. De afstemming van het toelatingsbeleid met de milieuwetgeving is daarbij een cruciaal aspect waar nog geen overeenstemming over is. Volgens LTO Glaskracht Nederland kan dat het beste door een verwijzing naar het Activiteitenbesluit op het etiket op te nemen als emissiereducerende maatregel (indien dat voor de toelating nodig is) en niet de zuiveringstechniek zelf.
  3. De economische conclusies van het ministerie zijn gebaseerd op 1% saldoverlies (= 12,5% inkomensverlies), terwijl de eigenlijke grenswaarde 5% inkomensverlies moet zijn (1% saldoverlies = 5% inkomensverlies bij alle agrarische sectoren m.u.v. de glastuinbouw). In dat geval is de voorziening in 2018 slechts voor 30 tot 35% van de bedrijven betaalbaar. Bij deze percentages is nog geen rekening gehouden met al het ondersteunende glas waarvoor de verplichting zeker niet haalbaar is.
  4. De sector onderschrijft dat emissiereductie van groot belang is en werkt hard aan zuiveringstechnieken tegen lagere kosten. Met name voor een zuiveringsrendement van 75% dat later verhoogd kan worden naar 95% zijn goede mogelijkheden. Alleen als vast komt te staan dat 95% zuivering in 2018 noodzakelijk is voor behoud van het middelenpakket, kan deze stap overwogen worden. Een bijkomend voordeel van fasering is dat meer producenten apparatuur kunnen leveren. In enkele jaren alle glastuinbouwbedrijven voorzien van een zuiveringsinstallatie is een haast onmogelijke opgave.
  5. Daarnaast is goede aansluiting op de riolering van essentieel belang voor de lokale waterkwaliteit. Samenwerking met hoogheemraadschap van Delfland heeft al spectaculaire resultaten opgeleverd in het project Gebiedsgericht monitoren en handhaven. Door onbewuste lozingen op oppervlaktewater te stoppen en aan te sluiten op de riolering kan de waterkwaliteit met beperkte investeringen spectaculair verbeteren. Het merendeel van de glastuinbouwbedrijven kan water op de riolering lozen en de zuiverende werking van een RWZI is beter dan in de brief wordt gesteld. Het ministerie houdt hier onterecht geen rekening mee.

Meer nieuws wetgeving