Ingrid ter Woorst verlaat Platform Duurzame Glastuinbouw: “Waterbewustzijn moet leiden tot ‘schone sloot’ certificaat”

Roger Abbenhuijs

Als dochter van een melkveehouder kent zij als geen ander het belang van waterbewustzijn en de zorg voor een schone sloot. Maar uit die tijd weet Ingrid ter Woorst ook dat een duurzame aanpak kan leiden tot een meerprijs in de markt. Binnenkort begint de Hoogheemraad van Delfland en bestuurder bij de Unie van Waterschappen aan een nieuwe uitdaging bij de gemeente Midden-Delfland. Daarmee verlaat ze ook het Platform Duurzame Glastuinbouw. Een terugblik op de samenwerking binnen “een leuke club”, met uiteraard een boodschap voor de nabije toekomst.

“Ja, ik vind dit een van de leukste overleggroepen waaraan ik de afgelopen tien jaar heb deelgenomen. Het Platform Duurzame Glastuinbouw heeft echt toegevoegde waarde, met een gelijk speelveld voor de ondernemers als belangrijkste uitgangspunt.”

Grensoverschrijdend in positieve zin, zo noemt Ter Woorst (rechts op de foto) de werkwijze. Letterlijk en figuurlijk, want er zijn serieuze stappen gezet dankzij de efficiënte samenwerking tussen diverse partijen. “Ik zat aan tafel vanuit de Unie van Waterschappen, maar ondernemers moeten niet worden gehinderd door bijvoorbeeld de waterschapsgrenzen. Zij verdienen een gelijk speelveld, zowel lokaal als nationaal. Daarom is het zo belangrijk dat in het platform ook Glastuinbouw Nederland, VNG en het ministerie van I&W zijn vertegenwoordigd.”

Theorie en praktijk
Het gezamenlijke gevoel de glastuinbouw beter en duurzamer te willen maken, is de rode draad binnen het overleg van het platform. “Met elkaar bespreken waar je tegenaan loopt, leidt tot praktische oplossingen vanuit het collectief. Ik nam informatie mee naar de overige waterschappen. Samen pak je problemen effectief aan en kun je kansen benutten.”

Het beleid staat, constateert Ter Woorst, maar de opdracht is en blijft niet alleen te denken vanuit dat beleid, maar ook en vooral vanuit de ondernemer. Haar eigen agrarische achtergrond ligt daar ongetwijfeld mede aan ten grondslag. “Er zit altijd een verschil tussen theorie en praktijk, daar moet je oog voor hebben.” De waterschapsbestuurder die daar oog voor heeft kan solliciteren op de vrijgekomen positie binnen het Unie-bestuur en komt daarmee dan ook in het Platform Duurzame Glastuinbouw. “Nogmaals, het is een hele leuke en gedreven club.”

Noodzaak meerledig
Ter Woorst heeft het waterbewustzijn bij de glastuinbouwondernemer de afgelopen tien jaar zien toenemen. “Daar hebben verschillende partijen hard aan gewerkt. Er zijn belangrijke stappen gezet. Ook de voorzuiveringsplicht die op 1 januari 2018 van kracht werd, heeft bijgedragen aan het waterbewustzijn. “Maar het probleem van lekkages naar de sloot is bijvoorbeeld niet opgelost. Daarvoor blijft een verdere bewustwording van belang; telers moeten niet alleen de EC meten in de kas, maar ook in de sloot.”

De ondernemer heeft daar zelf veel belang bij. Ingrid ter Woorst somt op: zelf meten geeft hem inzicht in verlies van kostbare nutriënten, kan overschrijdingen voorkomen en daarmee aanpassing van het toelatingsbeleid van gewasbeschermingsmiddelen. Het verbod op het gebruik van bepaalde middelen, hebben telers daarmee voor een aanzienlijk deel zelf in de hand. Daar moeten ze zich bewust van zijn en daarmee moeten ze op hun bedrijf aan de slag. De overheid maakt een terugtrekkende beweging, telers moeten de handschoen oppakken, hun waterstromen in kaart brengen en voortdurend monitoren.”

Onderscheid op duurzaamheid
Goed waterbeleid geeft wel degelijk een onderscheidende positie in de markt, zo stelt de vertrekkende Hoogheemraad. “Nu al levert het zelf meten van de waterkwaliteit bonuspunten op voor het keurmerk (On the way to) Planet Proof, daar ben ik erg trots op. Volgende stap is dat teeltbedrijven dit ook gaan uitdragen. Een bord langs de weg met de tekst: ‘Hier produceren wij klasse 1 tomaten én een schone sloot’, dat is de uitdaging.”

Op weg naar een emissieloze kas in 2027 is een zuiveringsplicht alleen volgens Ter Woorst dus niet voldoende. “Het is geen ‘1000 dingen doekje’; we moeten het hebben van een ketenaanpak, waarbij banken investeren en retailers bereid zijn een meerprijs te betalen. De Nederlandse glastuinbouw kan zich onderscheiden op gebied van duurzaamheid. Voor de nieuwe generatie worden die aspecten steeds belangrijker. Dat is de opdracht voor de komende jaren.”

Meer nieuws wetgeving