Rob Oosterom: “Meetunit werkt prima, maar automatiseren ion-specifiek telen is lastig”

Jan van Staalduinen

Sinds april werkt tomatenteler Rob Oosterom van Kwekerij Lijntje mee aan de praktijkproef rond ion-specifiek telen. De Celine meetunit die op zijn bedrijf dagelijks drainwater en voedingsoplossingen analyseert, doet zijn werk prima. “Wat veel lastiger blijkt, is het automatiseren van de dagelijkse aanpassingen in mijn voedingsrecepten”, zegt hij na ruim vijf maanden testen.

Bij ion-specifiek telen wordt de voedingsbalans frequenter en nauwkeuriger afgestemd op de plantbehoeften. Desgewenst zelfs meerdere keren per dag. De meeste telers doen dat nu een keer per week, omdat het traject van waterbemonstering, externe analyse en aanpassen van het advies veel tijd en geld kost. “Met een snel, nauwkeurig en betaalbaar analyse-apparaat op het eigen bedrijf, zoals de Celine, kun je dat traject enorm versnellen”, zegt de teler uit Moerkapelle. “Dat moet productiewinst op kunnen leveren.”

Analyse-unit werkt goed
Vijf maanden later stelt hij vast dat het meetapparaat de verwachtingen waarmaakt. “Technisch gaat het prima, daar is niks mis mee. De vertaalslag van drainwateranalyse naar een nieuw voedingsadvies dat aansluit op mijn behoeften en op de werking van mijn injectie-unit hebben we echter niet kunnen automatiseren. Daar zitten nog de nodige hobbels. Als die niet worden weggenomen en ik de correcties handmatig moet blijven doorvoeren, heeft het voor mij niet genoeg meerwaarde. Dan kost het simpelweg teveel van mijn tijd.”

Bemestings Adviesbasis
Dick Breugem van projectpartner Van Iperen adviseert de teler en legt uit waar de schoen wringt. “Oosterom heeft een eigen visie op de bemesting en die komt niet altijd overeen met de Elektronische Bemestings Advies Basis die Wageningen UR hanteert. Op basis van die EBAB en de analysedata die het van de teler ontvangt, stelt de WUR telkens een nieuw bemestingsadvies op. Rob maakt zelf z`n recepten en daardoor komt het voor dat praktijk en EBAB van elkaar verschillen.
Dit komt door een verschillende zienswijze hoe druppel- en drainwater eruit moeten zien. Om naar elkaar toe te komen zijn er steeds grotere correcties in het recept nodig. Zo zou het natuurlijk niet moeten gaan.”

Veel eigen visies
Onderzoeker Tommaso Barbagli van Wageningen University & Research erkent het probleem. “Het is een complex verhaal”, zegt hij. “Automatiseren wordt pas eenvoudig als telers allemaal dezelfde bemestingsbasis hanteren. Oosterom is beslist niet de enige die op basis van waarnemingen, gevoel en ervaring regelmatig van de adviesbasis afwijkt. Telers houden er zeer uiteenlopende ideeën op na, waardoor de één een knop soms naar links draait en een ander naar rechts.”

Vertrouwen
Barbagli verwacht dat die kloof uiteindelijk wel gedicht zal worden, maar niet op korte termijn. “Een basisvoorwaarde om de slag samen met automatiseringsbedrijven te kunnen maken, is vertrouwen hebben in het systeem, inclusief een adviesbasis voor de bemesting. Dat mag gerust afwijken van het onze, zolang het maar het vertrouwen heeft van de teler”, licht hij toe. “Vertical farms werken al op die basis, maar zij hebben doorgaans alleen kortcyclische teelten met een veel kleiner afbreukrisico.”
Uiteindelijk zullen ook bedrijven met langcyclische teelten deze ontwikkeling oppakken, te beginnen met de pioniers in het autonoom telen. Snel en in kleine stapjes bijsturen op basis van realtime gewas- en omgevingsdata wordt op termijn gewoon gemeengoed, ook voor de bemesting.”

Meer nieuws teelt en bemesting