Sturen microbiologie in water komt steeds hoger op agenda

Jan van Staalduinen

Het WaterEvent van donderdag 3 oktober bood een keur aan workshops waar telers zich konden verdiepen in lopende projecten en actualiteiten. André van der Wurff praatte de bezoekers bij over het PPS-project Microbiologie in water, waarover Glastuinbouw Waterproof al eerder publiceerde. Het onderzoek komt in een nieuwe fase.

Hergebruik van gietwater is een groot goed, maar wat recirculeren we nu precies? Ten aanzien van micro-organismen en organische componenten is het watersysteem op een glastuinbouwbedrijf weinig meer dan een black box. Wat zich daarin afspeelt, kan veel invloed hebben op zaken als ziektedruk en infecties, weerbaarheid, wortelontwikkeling en de opname van specifieke nutriënten, dus ook op de teeltprestaties.
Het is goed om eens uit te zoeken of die black box om te vormen is tot een beheersbaar stuurinstrument voor een weerbare teelt. Dat is de opzet van het PPS Microbiologie in water, mogelijk gemaakt door de Topsectoren Water en T&U en Glastuinbouw Nederland. De onderzoekspartners Groen Agro Control (GAC), KWR Water en Stichting Control in Food & Flowers krijgen voorts medewerking van Brabant Plant, Grodan, LC Gerbera, LC Phalaenopsis, OK Plant, Kwekerij Vereijken en Water IQ.

Wortelexudaten en ecosysteem
André van der Wurff van GAC schetste de diversiteit van de microbiologie in het watersysteem en de wortelomgeving, die ook wordt beïnvloed door organische stoffen die planten zelf uitscheiden. Deze wortelexudaten omvatten tal van bekende en minder bekende verbindingen, zoals fenolen en fenolzuren, suikers, aminozuren en vetzuren.
Dankzij deze organische verbindingen vormen het water- en wortelmilieu een dankbare voedingsbodem voor zowel gunstige als schadelijke microben. In organisch-microbiologisch rijke systemen krijgen pathogenen doorgaans weinig ruimte en weten planten zich beter te weren.

Van der Wurff: “De uitdaging is om te achterhalen welke exudaten een gunstige uitwerking hebben op specifieke gewassen en hun wortelmilieus. Dat onderzoeken we in tomaat, phalaenopsis en gerbera. We nemen watermonsters op verschillende plaatsen in de watersystemen van praktijkbedrijven en analyseren welke exudaten en micro-organismen daarin voorkomen. Vervolgens – en dat is de fase waar we nu zijn aanbeland – dienen we in het laboratorium uiteenlopende exudaatfracties toe aan zaailingen en jonge planten en kijken we hoe dat uitpakt op het ecosysteem in de wortelomgeving en op de gewasprestaties. Dat kan handvatten opleveren waarmee telers de wortelomgeving zodanig kunnen beïnvloeden dat de ziektedruk afneemt en het gewas beter presteert. Of dat haalbaar is, moet de komende maanden blijken.”

Discussie
Uit de vragen en reacties van workshopdeelnemers bleek dat er veel interesse is voor microbiële sturing in het wortelmilieu. Het aantal telers dat experimenteert of werkt met biostimulanten, zoals humuszuren en/of micro-organismen zoals Trichoderma, groeit gestaag. Vanuit sommige teelten is ook al langer bekend dat sommige exudaten een negatieve uitwerking hebben. Zo vertelde een tulpenbroeier dat fenolzuren in dat opzicht aandacht krijgen.
De deelnemers onderkenden het belang van het onderhavige onderzoek, dat een belangrijke bijdrage kan leveren aan een beter begrip van de complexe interacties binnen de rhizosfeer en de verdere onderbouwing van microbiële sturing in het wortelmilieu. Er wordt met belangstelling uitgekeken naar de resultaten van de zojuist gestarte laboratoriumtoetsen en naar de bevindingen in de praktijkproeven, die begin 2020 worden uitgerold.
“Dankzij de interactie met het publiek was het ook voor mij een uitermate leerzame middag”, zegt Van der Wurff tot besluit. “Er werd volop meegedacht en informatie gedeeld. Je merkt echt dat sturing op weerbaarheid niet alleen in het onderzoek, maar ook in de praktijk steeds hoger op de agenda komt te staan. Dat is hartstikke goed.”

Meer nieuws drainwater