Derde en laatste fase PPS OSIRES uitgerold in praktijk

Het driejarige PPS-project OSIRES verkeert in de eindfase. Op twee praktijkbedrijven met Phalaenopsis en tomaat vinden behandelingen en metingen plaats die moeten uitwijzen of telers voldoende handvatten hebben om grip te krijgen op micro-organismen in het wortelmilieu en organische stof in watersystemen. Dat wordt gezien als een voorwaarde om drainwater verantwoord en volledig te kunnen hergebruiken.
In de eerste fase van het project namen onderzoekers bij meerdere bedrijven en op meerdere plaatsen in het watersysteem monsters. Analyse daarvan gaf inzicht in de aard en de hoeveelheden aanwezige organische stof en micro-organismen. In de tweede fase zijn kasproeven uitgevoerd bij Wageningen University & Research in Bleiswijk om te kijken wat de invloed is van waterbehandelingstechnieken en biostimulanten op de aard en hoeveelheid organische stof en micro-organismen. De ervaringen daaruit worden nu toegepast in de praktijk en vergeleken met de standaard teeltmethoden op de beide bedrijven.
Positieve invloed op (wortel)groei
Onderzoekster Marta Streminska: “In onze kasproeven hadden we positieve effecten gezien van een biostimulant op basis van organische verbindingen, verrijkt met beneficiaire micro-organismen. In de opkweekfase van Phalaenopsis liet die behandeling een snellere groei zien. Op tomatenplanten konden we vanwege de beperkte toepassingsduur bovengronds geen verschillen zien, maar wel op wortelniveau. Op basis daarvan zou ik bij een langer lopende proef ook bovengronds positieve effecten verwachten. Of die daadwerkelijk plaatsvinden, zal de komende maanden moeten blijken.”
Wel of geen waterstofperoxide
In beide gewassen wordt de biostimulant eens per vier weken toegepast. Op het tomatenbedrijf gebeurde dat begin januari voor het eerst, dus de teller staat nu op zes. “In april vond de eerste bemonstering plaats, de tweede reeks ligt nu in het lab. Wij hebben op dit moment nog niet alle resultaten binnen, maar wij zien in de eerste metingen de patronen die wij ook in de kasproeven bij de WUR gezien hebben.
Bij de phalaenopsiskwekerij waar in april de eerste behandeling plaatsvond met de biostimulant, voeren we op korte termijn de tweede bemonstering uit. Tijdens de teelt gebruiken we op die kwekerij waterstofperoxide om de leidingen vrij te houden van biofilm. In de behandeling met biostimulant laten we dat achterwege.”
Meten tot in september
“De maandelijkse behandelingen gaan voor de telers door tot minimaal september”, vervolgt Streminska. “Dan is het wachten op de analyseresultaten en kunnen we die vergelijken met de resultaten van onze eerdere kasproeven. Zo kunnen we nagaan of telers met de voorgestelde set van metingen, de zogenaamde toolbox, de effecten van dergelijke behandelingen op de plantengroei kunnen meten en ze daar voldoende grip mee hebben voor bijsturing.”
De toolbox omvat onder andere ATP-metingen, qPCR voor specifieke groepen bacteriën, Next Generation Sequencing (NGS) om de micro-organismen in kaart te brengen en andere metingen voor relevante kwaliteitsindicatoren in gesloten watersystemen, zoals nitriet en het zuurstofgehalte. Eind 2025 moet alles zijn afgerond, inclusief het eindrapport.
OSIRES (Organische stof in recirculatiewater voor sturing microbiële diversiteit en functionaliteit) wordt gefinancierd door Topsector T&U, TKI Watertechnologie, Stichting Kennis in je Kas, Stichting Hagelunie, de Gewascoöperaties Tomaat en Potorchidee, Agrotech Roermond, CH2O, Haket Handelsonderneming, Grodan, Normec Groen Agro Control, Sendot en WaterIQ International. KWR, Stichting Control in Food & Flowers (SCFF) en Wageningen University & Research verzorgen de uitvoering in samenwerking met Glastuinbouw Nederland.