Zuurstofverbruik wortels geeft zicht op meerwaarde ionspecifiek telen

Tijs Kierkels

Bij de opname van voeding verbruikt de plant energie. De opname is dus niet gratis. Als de voedingsoplossing niet optimaal is, kan het energieverbruik nog oplopen. Dat kan dus productie kosten. Binnen het project Ionspecifiek telen brengen onderzoekers in beeld wat bemesting op maat kan opleveren.

In het project is veel aandacht besteed aan een sensormethode om continu het gehalte aan elementen te kunnen meten en vervolgens de bemesting naar het optimale niveau te brengen. Dat heeft echter alleen zin als je zicht hebt op wat ionspecifiek telen kan opleveren.

Voedingsoplossingen getest
Het onderzoek op dat terrein is niet zo simpel. Chris Blok en collega’s van Wageningen University & Research hebben een methode ontwikkeld om het zuurstofverbruik van de wortels te meten. “Om zicht te krijgen op de orde van grootte van de verschillen hebben we verschillende voedingsoplossingen getest bij komkommer-, tomaten- en paprikaplanten”, vertelt Blok.
“Als je een deel van het nitraat vervangt door chloride, daalt het zuurstofverbruik met 10%. Als je het door sulfaat vervangt, zie je juist een stijging van 10%. Ook als de kalium/calciumverhouding niet optimaal is, zie je een stijging in die orde van grootte. Let wel: een plant kan best op een suboptimale voeding groeien zolang er geen sprake is van tekort of overschot, maar dat kost dus energie. Hoe verder de voeding afwijkt van het ideaal, hoe hoger het zuurstofverbruik”, vertelt hij.

Productieverlies
Dat extra zuurstofverbruik kun je vertalen in verlies aan productie. Via een vertaalslag komen de onderzoekers uit bij 2% verlies aan vruchtopbrengst als het zuurstofverbruik 10% stijgt bij tomaat. In de proeven zijn ook hogere verbruiksgetallen gevonden, dan daalt de productie dus meer.
Met deze proeven is aangetoond dat een continue, optimale bemesting kan lonen. Zowel in de kassen van WUR-business unit Glastuinbouw als bij tomatenbedrijf Royal Pride bekijken de onderzoekers of het Celine-systeem in staat is continu de gehaltes voedingsstoffen correct te meten met behulp van ionspecifieke sensoren. Dat ziet er tot nu toe goed uit.

Drain noodzakelijk
Als de oplossing afwijkt van de gewenste hoeveelheid, moet de bemestingsunit het aanvulrecept aanpassen. “Daarbij moet je rekening houden met het feit dat de plant ammonium heel gemakkelijk opneemt, maar calcium en magnesium juist veel moeilijker. Om die reden zorg je standaard voor een overmaat aan Ca en Mg in het wortelmilieu. Om te voorkomen dat calcium of magnesium ophopen in het wortelmilieu is er altijd drain noodzakelijk, waarmee je die elementen weer uitspoelt. Met de aanvulvoeding vanuit de unit geef je daarna precies zoveel als de plant opneemt. De overmaat aan Ca en Mg circuleert steeds rond”, zegt Blok.
De ontwikkeling van de meetapparatuur brengt volledig automatiseren van de voeding dichterbij, een punt dat in de toekomst steeds belangrijker wordt.

Dit project wordt gefinancierd door stichting Kennis in je Kas, Topsector T&U (LNV), Interpolis, The Sensor Factory, Van Iperen, Priva, T. Stolze Installatietechniek, CEW, Stolze, Royal Pride en Lans Westland.

Meer nieuws