Zicht op invloed ontsmettingsmiddelen in gesloten watersysteem wordt scherper

Jan van Staalduinen

Vanaf 2027 is de ‘nagenoeg nulemissie’ van kracht en mogen tuinbouwbedrijven geen water met nutriënten en restanten gewasbeschermingsmiddelen meer lozen. Naast hoge natriumcijfers kan dat leiden tot ophoping van middelen die het leidingsysteem schoon moeten houden. Onderzoekers beproefden een snelle methode om schade(drempels) te kunnen vaststellen. “Afhankelijk van het middel zagen we al bij lage concentraties nadelige invloeden”, zegt Erik van Os.

Bij echt gesloten telen, dus zonder lozen, kunnen stoffen in het gietwater die niet (of nauwelijks) door de plant worden opgenomen of in het watersysteem worden afgebroken, geleidelijk oplopen. Wanneer overmaat schaadt, is het zaak om dat in de gaten te houden. Binnen het project ‘Voorkomen en bestrijden emissies kasteelten’ wordt sinds 1 januari 2019 kennis ontwikkeld om het hergebruik van drainwater in substraatteelten te optimaliseren. Na de werkpakketten 1 (Telen met toelating van meer natrium) en 2 (De invloed van filtratietechnieken) verscheen onlangs het onderzoeksverslag over werkpakket 3: De invloed van toegevoegde producten op de waterkwaliteit.

Reinigings- en ontsmettingsmiddelen tegen biofilm
“Daarbij doelen we vooral op producten die telers bewust toevoegen om de vorming van biofilm in het watersysteem te voorkomen of om pathogenen te verwijderen”, zegt Erik van Os van Wageningen University & Research, die het project samen met collega Ineke Stijger uitvoerde. “Bekende voorbeelden van deze middelen zijn chloorbleekloog, gestabiliseerde en ongestabiliseerde waterstofperoxide, maar ook oppervlaktereinigingsmiddelen als Virkon-S, Menno Florades en Jet 5. We weten nauwelijks in hoeverre deze middelen zich in gesloten watersystemen ophopen en of zij dan schade veroorzaken. Om daar meer inzicht in te krijgen, moest er eerst een geschikte toetsmethodiek komen. Bij voorkeur een snelle en praktische methode, want dat is wat telers nodig hebben als zij vermoeden dat er iets aan de hand is.”

Klik hier om het rapport te lezen, of kijk bij de bijlagen.

Evaluatie toetsmethodieken
De onderzoekers namen verschillende methodieken onder de loep en beoordeelden deze op effectiviteit, reproduceerbaarheid, tijdsduur en kosten. Vanwege het snelheidscriterium viel een toets met sla- of chinese-koolplantjes af.
Van Os: “Daarmee zie je pas na meerdere weken resultaat. De Phytotox-kit was het meest aantrekkelijk. Deze is gebaseerd op het laten kiemen van tuinkers-, gele mosterd- en sorghumzaad in verschillende oplossingen. Deze hebben in principe dezelfde EC, pH en hoeveelheden nutriënten, maar verschillende concentraties van de te onderzoeken toevoeging.”

Snelle indicatie
Volgens dat principe kun je al na 72 uur effecten meten en rapporteren, stelt de Wageningse onderzoeker Van Os vast. Een tijdwinst van weken ten opzichte van sla en chinese kool. De methode kan routinematig worden uitgevoerd en is daardoor betaalbaar. Bij geen van de onderzoeksmethoden wordt de veroorzakende stof opgespoord. De phytotoxtoets geeft wel een indicatie of er risicovolle stoffen in het water aanwezig zijn. Wanneer op voorhand niet bekend is welke stof de groeiremming veroorzaakt, moet daar nader op worden ingezoomd met andere analysemethoden.

Twee jaar gericht onderzoek
Via de phytotoxmethode is in 2020 en 2021 onderzocht in hoeverre groeiremming kan worden aangetoond bij chloorproducten, drie reinigingsmiddelen, waterstofperoxiden van verschillende leveranciers en ozon. Het laatste product is getoetst, omdat het behalve afbraakproducten van organische stoffen ook extra zuurstof in het water brengt, wat juist een groeistimulans zou kunnen geven.

Resultaten
Over de phytotoxtoets en de tussentijdse onderzoeksresultaten is al eerder verslag gedaan op de nieuwspagina van Glastuinbouw Waterproof. Nu het eindrapport van de onderzoekers gereed en akkoord is, zetten we de voornaamste conclusies nog eens op een rij.
Chloorbleekloog en enkele andere reinigingsmiddelen zijn getoetst in de voor de praktijk gebruikelijke concentraties en in veel lagere concentraties. In alle gevallen trad aanzienlijke groeiremming op van de wortels en scheuten van de gekiemde plantjes. Deze producten zijn bedoeld om oppervlakten te reinigen en zijn niet bedoeld om te gebruiken in de circulerende voedingsoplossing. Zodra ze in de voedingsoplossing terechtkomen is er een aanzienlijk risico op groeiremming. De bevindingen onderstrepen het belang van zorgvuldig spoelen met schoon water na een grondige reinigingsbeurt van leidingen en druppelaars met de onderhavige middelen, bijvoorbeeld na de teeltwisseling.
Ontsmettingsmiddelen zoals waterstofperoxiden geven geen groeiremming als de concentratie lager of gelijk is aan de geadviseerde concentraties. Hogere doseringen waterstofperoxiden geven wel kans op groeiremming. Ozon geeft noch groeiremming, noch een groeistimulans, ondanks de zeer hoge zuurstofconcentraties van 20-30 mg/l bij de gewassen in de Phytotoxkit.
Binnen het project konden niet alle producten en/of concentraties van reinigings- en ontsmettingsmiddelen worden onderzocht. Per product kan dit in de toekomst wel op aanvraag worden uitgevoerd met deze testmethode.

Voor wie?
Vanwege de vereiste onderzoeksetting en werkmethoden leent de phytotoxtoets zich niet goed voor toepassing op kwekerijen. De methodiek kan wel van praktische waarde zijn voor producenten van ontsmettingsmiddelen en voor laboratoria die watermonsters van tuinbouwbedrijven analyseren.

Het project (werkpakket 3) is uitgevoerd in samenwerking met Agrozone en gefinancierd vanuit de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, met medefinanciering vanuit de Stichting Kennis in je Kas (KijK) en medewerking van diverse middelenleveranciers.

Meer nieuws