Waterschap Zuiderzeeland verlangt 'permanente voorzieningen voor percolatiewater'

Jan van Staalduinen

De concentratiegebieden met glastuinbouw in het beheersgebied van Waterschap Zuiderzeeland verschillen nogal van karakter. Volgens toezichthouder Daniël Corstanje werkt dat door in de aanpak van knelpunten waterkwaliteit. Nu de eerste fase in Noordoostpolder (Luttelgeest/Ens) is afgesloten, richt de aandacht zich ook op Almere. Daar wordt ook de gebiedsgerichte aanpak uitgerold.

Het concentratiegebied Almere omvat zo’n 80 ha glastuinbouw met overwegend kleine en middelgrote sierteeltbedrijven. Er worden van oorsprong relatief veel bloemen geteeld in de grond. In de Noordoostpolder ligt het accent op de grootschalige teelt van vruchtgroenten op substraat. Er is ook meer dynamiek in de bedrijfs- en gebiedsontwikkeling, getuige de berichten over bedrijfsuitbreiding en een nieuw initiatief voor het ontginnen van aardwarmte.
“In Almere neemt het aantal glastuinbouwbedrijven langzaam af”, aldus Daniël Corstanje, toezichthouder bij Waterschap Zuiderzeeland. “Sommige kassen fungeren als caravanstalling, andere staan te koop of zijn bij gebrek aan bedrijfsopvolging overgenomen door buurbedrijven. Een initiatief voor collectieve waterzuivering vindt geen doorgang, zodat de resterende ondernemers alsnog op zoek moesten naar individuele oplossingen.”

Geen groepsbijeenkomsten
Volgens de toezichthouder vereist de gebiedsgerichte aanpak rond Almere een andere werkwijze dan in de NOP. Niet vanwege de verschillen tussen de beide gebieden, maar vanwege corona. “Groepsbijeenkomsten kunnen we nu niet organiseren”, licht hij toe. “Dat is jammer, want de groepsdynamiek voegt echt iets toe. Discussie met en tussen telers levert voor beide partijen nieuwe inzichten en ideeën op. Vooralsnog zullen we ons verhaal en de beoogde aanpak voornamelijk via individuele gesprekken moeten overdragen.”

Punten op de i zetten
In de NOP is de eerste controleronde inmiddels nagenoeg afgerond. Volgens het waterschap worden er op diverse plaatsen normoverschrijdingen vastgesteld en wordt er in overleg met de telers doorgepakt om de bronnen te detecteren en de puntjes op de i te zetten. “Ik ben tevreden over het verloop tot nu toe, maar we zijn er nog niet”, zegt Corstanje. “Het is ook niet in alle gevallen duidelijk of een overschrijding is toe te schrijven aan de glastuinbouw. Sommige werkzame stoffen worden ook toegepast in de bollenteelt, fruitteelt en/of akkerbouw. Dat maakt het soms lastig om de vinger op de zere plek te leggen. Door goed te blijven meten, op te letten en telers aan te spreken is er al wel veel verbeterd.”

Percolatiewater
Een aspect dat meer aandacht krijgt, is het terugdringen van vervuiling door percolaat en perssappen. Hiermee wordt gedoeld op lekwater uit containers met plantenresten of afgekeurd product. In het voorjaar, toen de afzet van sierteeltproducten als gevolg van de coronacrisis enkele weken zwaar onder druk stond, leidde dat in West-Nederland plaatselijk tot normoverschrijdingen.
“In de polders zien wij bij controlebezoeken en surveillance regelmatig percolaat uit een opslagcontainer naar oppervlaktewater stromen”, zegt de toezichthouder. “Daarom willen wij dat telers passende maatregelen treffen om het weglekken van dergelijk water, dat meststoffen, resten van gewasbeschermingsmiddelen en organische stof bevat, te voorkomen. Sommige bedrijven hebben dat al gedaan door bijvoorbeeld een permanente opslagvoorziening met opvang van percolaat en perssappen te realiseren. Andere moeten de stap nog zetten.”

Meer nieuws