Water in de glastuinbouwpolders Delfland en Schieland weer wat schoner, verdere actie blijft nodig

Roger Abbenhuijs

De waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden in de beheergebieden van de hoogheemraadschappen van Delfland en van Schieland en de Krimpenerwaard laat over 2019 wederom een positieve ontwikkeling zien: zij treffen minder meststoffen en minder gewasbeschermingsmiddelen aan in de sloten en vaarten. Dat is goed nieuws, want schoon water, daar hebben wij allemaal belang bij. De aandacht mag echter niet verslappen want er zitten nog steeds te veel vreemde stoffen in het water.

 

De waterschappen werken hard aan schoon, gezond en levend water in het hele gebied. Met een groot aantal ondernemingen in Delfland en in Schieland, heeft de glastuinbouw forse invloed op de waterkwaliteit. Daarom werken de waterschappen samen met de glastuinbouwsector aan het tegengaan van lozingen en lekkages uit kassen.
Tijdens het bestuurlijk overleg ‘Regionaal Afsprakenkader Waterkwaliteit en Glastuinbouw’ op 5 maart zijn de resultaten gepresenteerd van de metingen van 2019 van de chemische waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden van Delfland en Schieland. Uit de rapportage blijkt dat in Delfland de daling van stikstof van de afgelopen jaren zich ook in 2019 heeft doorgezet. In het gebied van Schieland is ook een daling van de meststoffen in het water geconstateerd. Vooral fosfor is gedaald, stikstof echter nauwelijks.

Laatste loodjes het zwaarst
In Delfland is het aantal aangetroffen gewasbeschermingsmiddelen afgenomen en ook zijn de concentraties van de aangetroffen middelen lager geworden. Daarmee zijn alle prestatie-indicatoren - zowel voor stikstof als gewasbeschermingsmiddelen - in 2019 gehaald. Hoogheemraad Marcel Belt: “Dat is  goed nieuws. Wij zien nu een paar jaar op rij een gestage verbetering. De gebiedsgerichte aanpak heeft effect en de samenwerking loont. Wij moeten ons daarbij wel blijven realiseren dat de laatste loodjes altijd het zwaarst zijn. In 2027 moeten de kassen zo goed als emissieloos zijn en dus moeten de schouders er echt nog flink onder worden gezet. Als er geen gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen meer in het water terechtkomen, krijgt de waternatuur pas echt een kans om zich goed te herstellen. Dat is goed voor de biodiversiteit, voor het zwemwater, voor de leefomgeving. Kortom, voor ons allemaal.”

Verantwoordelijkheid nemen
In Schieland treffen handhavers steeds meer verschillende soorten stoffen aan. De normoverschrijdingen nemen gezien over een langere periode (2005-2019) wel af. De laatste zes jaar (2014-2019) is er echter niet veel verbetering meer zichtbaar.
Hoogheemraad Agnes van Zoelen: “Schoon, gezond en levend water is belangrijk voor de kwaliteit van ons gebied, voor de mensen die er wonen, werken en recreëren en voor de biodiversiteit. We willen allemaal dat onze kinderen kunnen zwemmen in schoon natuurwater. En geen ondernemer wil de leefomgeving vervuilen. Als iedereen zijn verantwoordelijkheid blijft nemen, dan heb ik er vertrouwen in dat wij verder komen.”

Dalende trend
“Wij zijn verheugd met het resultaat van onze samenwerking”, reageert Jacco Vooijs, voorzitter van Glastuinbouw Westland. “De poldergerichte aanpak die het Hoog Heemraadschap Delfland, Gemeente Westland en Glastuinbouw Nederland hebben opgezet laat al jaren een dalende trend zien van residuen van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen in het oppervlaktewater. Onze inzet is er vooral op gericht om ondernemers te informeren over, maar ook te confronteren met de waterkwaliteit in hun polder. Samen hebben wij immers de verantwoordelijkheid voor een schone polder.”

Geen verkeerd signaal
Namens de glastuinbouw in Oostland nuanceert voorzitter Theo Ammerlaan de resultaten in het gebied van Schieland: “Als je meer stoffen kan detecteren, vind je er ook meer. Hetzelfde geldt voor frequenter meten en het verlagen van de detectiegrens. Dat wil echter niet zeggen dat bepaalde stoffen er eerder niet waren, of dat de laatste zes jaar geen verbeteringen zijn gerealiseerd. Een vergelijking moet reëel zijn, anders ontstaat er een verkeerd signaal. Ik denk dat de inzet die de laatste jaren gezamenlijk wordt gepleegd wel degelijk een positief effect heeft.”

Op de foto van links naar rechts: Theo Ammerlaan, Agnes van Zoelen, Jacco Vooijs en Marcel Belt. Deze groepsfoto is gemaakt voor de coronacrisis.

Meer nieuws