‘Verbeteringen zijn zichtbaar, maar er moet nog een schepje bovenop’

Begin juni maakten de hoogheemraadschappen van Delfland en van Schieland en de Krimpenerwaard gezamenlijk bekend dat de waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden in hun beheergebieden over 2019 wederom een positieve ontwikkeling laat zien. Zij werken samen met de glastuinbouwsector aan het tegengaan van lozingen en lekkages uit kassen. Er is sprake van een voortdurende verbetering, maar er moeten ook nog stappen worden gezet. Hoogheemraden Agnes van Zoelen (HH Schieland en Krimpener-waard) en Marcel Belt (HH Delfland) en glastuinbouwvertegenwoordigers Jacco Vooijs (Westland) en Theo Ammerlaan (Oostland) geven hun visie.

De waterkwaliteitsrapportages van beide hoogheemraadschappen laten in het algemeen een ‘gestage verbetering’ zien. In hoeverre is dat een positief resultaat, moeten er geen grotere stappen worden gezet? “Alles wat wij aantreffen in plassen en sloten in het gebied zelf is afkomstig van lozingen of lekkages. Dat het beter gaat is positief, dat het gestaag gaat… Ik heb liever dat wij sneller richting de nulemissies gaan”, zo opent Marcel Belt. Op dit moment halen we nog nergens de Europese waterkwaliteitsdoelen. Er moet echt nog wel wat gebeuren. Hoe eerder er geen verkeerde stoffen meer in het water komen, hoe eerder ook de natuur verbetert. Daar hebben wij allemaal baat bij; gezond water is een gezonde leefomgeving. Ook het water in de zwemplassen zal ervan profiteren.”

Stappen gezet
Agnes van Zoelen deelt die mening. “Lokaal zien we verbeteringen, over de gehele linie valt die verbetering nog tegen. Als we kijken naar de meetpunten dan kunnen we zien dat in sommige gebieden ondernemers hard hebben gewerkt aan het sluiten van hun watersysteem. In de waterkwaliteitsrapportages kunnen we echter ook zien dat er nog steeds te veel verschillende stoffen, sommige in hoge concentraties, te vinden zijn in het water.”
Theo Ammerlaan benadrukt vooral de stappen die telers al hebben gezet. “Bij veel bedrijven op substraat of op dichte vloeren was er al sprake van maximaal recirculeren en dus geen lozing op het oppervlaktewater. Met een rioolaansluiting voor situaties van bewuste afvoer en een verplichte zuiveringsstap, is vooral lekkage uit het bedrijf het verbetertraject.” Ook Jacco Vooijs is vooral positief over de jaarlijkse verbetering van de waterkwaliteit. “Daar ben ik zeer blij mee. Dat er geen grote verbetering meer plaatsvindt, wijst er op dat er weinig tot geen grote lozingen meer plaatsvinden. Dat is op zich al een positief resultaat.”

Opsporen en stoppen
Over de boodschap aan de glastuinbouw is het viertal eensgezind. “Wees je bewust van je verantwoordelijkheid. Efficiënt omgaan met water betaalt zich terug”, stelt Theo Ammerlaan. “Breng de waterstromen op je bedrijf in beeld, sluit de waterkring, zet alles in om lozingen te voorkomen en voer regelmatig metingen uit ter controle”, zo geeft zowel Agnes van Zoelen als Jacco Vooijs aan. Die verantwoordelijkheid ligt bij de glastuinbouw zelf, vindt Marcel Belt. “Maar wij blijven daar de komende jaren graag bij helpen. De invloed van de glastuinbouw op de waterkwaliteit in Delfland is gewoon groot. Iedereen is aangesloten op het riool, bewuste lozingen zien we bijna niet meer, maar toch vinden we nog gewasbeschermingsmiddelen in het water. Concrete opdracht is vooral dat ondernemers zelf nadenken hoe dat kan en wat zij daaraan bijdragen. Zijn het lekkages? Spoor ze dan op en stop ze.”

Blijvende inspanning
In het traject naar schoon oppervlaktewater is 2027 een volgend ijkpunt. Dan vallen ook de meststoffen onder de strikte richtlijnen. Ligt de sector op koers richting de emissieloze kas? “Ik hoop het van harte. De laatste loodjes wegen het zwaarst. Dat wil dus zeggen dat er een schepje bovenop moet”, zegt de hoogheemraad van Delfland. Zijn collega in Schieland is het met hem eens: “De glastuinbouwgebieden zijn wat betreft waterkwaliteit nog steeds negatief te onderscheiden van andere gebieden. Dat vereist blijvende inspanning de komende jaren.”
De vertegenwoordigers van de glastuinbouw zijn vol vertrouwen. “Ja de sector ligt op koers. Met daarbij een nieuwe uitdaging om – vanwege langere periodes van droogte - zoveel mogelijk water vast te houden in het natte seizoen en zo min mogelijk naar zee te brengen”, stelt Ammerlaan. Vooijs is optimistisch, maar voegt toe dat telers stappen moeten blijven nemen om de waterkwaliteit te verbeteren.

Groter waterbewustzijn
Over het sleutelwoord voor de komende jaren is het viertal het ook snel eens: samenwerking. Handhavers en toezichthouders roemen de afgelopen twee jaar op de website Glastuinbouw Waterproof unaniem het toenemende waterbewustzijn bij telers. “Door de gebiedsgerichte aanpak komt de handhaver letterlijk tot in de kas. Er vinden goede gesprekken plaats tussen handhavers en ondernemers. Deze inzet heeft zeker bijgedragen aan het waterbewustzijn bij de telers”, ervaart Agnes van Zoelen.
Die constatering wordt volmondig onderschreven door Theo Ammerlaan en Jacco Vooijs. Laatstgenoemde: “Dat ligt naar mijn mening ook in lijn met de resultaten van de waterkwaliteitsrapportage in het Westland.” Marcel Belt zit eveneens op dezelfde lijn. “Wij komen weinig bewuste lozingen meer tegen en zagen zelfs toen ondernemers gewassen moesten afvoeren vanwege de huidige coronacrisis dat er zorgvuldig werd gewerkt. Het klopt dus dat het vooruit gaat; het klopt ook dat we er echt nog niet zijn.”

Handhaven en melden
Een minder goede waterkwaliteit in glastuinbouwgebieden wordt grofweg veroorzaakt door drie factoren: laakbaar handelen van individuen, calamiteiten en onbekendheid/onwetendheid. Dat resulteert in de slotconclusie van Agnes van Zoelen dat iedereen zich de komende jaren moet inzetten om te komen tot de beoogde en noodzakelijke verdere verbetering. Jacco Vooijs onderschrijft dat een slecht resultaat in een polder de gehele uitslag negatief beïnvloedt. “Ik vind dat het onze taak als Glastuinbouw Nederland is om ondernemers te blijven informeren, ook over de gevolgen van een negatieve beoordeling in een polder.”
Marcel Belt is daar helder over. “De rapportage geeft een jaarbeeld. Dat wil zeggen dat wij jaarrond in het hele gebied nog te hoge concentraties aantreffen. En bovendien: elke lozing is er gewoon een te veel. Als wij een lozing vinden en deze herleiden dan gaan wij over tot handhaving en melden dat ook bij Glastuinbouw Nederland. Ik ga ervan uit dat zo’n ondernemer daar dan op wordt aangesproken. Als goedwillende teler zou ik balen als mijn buurman verantwoordelijk is voor een overschrijding in mijn gebied.” Daar kan Theo Ammerlaan zich goed in vinden. “Laakbaar handelen kan zeker veel schade geven aan de sector als geheel en is dan ook onacceptabel.”

Fotobijschrift:
Waterspecialisten poseren voor de gebiedskaart van Hoogheemraadschap Delfland; v.l.n.r. Jacco Vooijs, Agnes van Zoelen, Marcel Belt en Theo Ammerlaan. De groepsfoto is eind februari al gemaakt, dus voor de coronacrisis.

Meer nieuws