Uitlekwater belangrijk aandachtspunt bij afvoer gewas en substraat

Het is een bijzondere tijd. De coronacrisis heeft grote gevolgen voor ondernemers in met name de sierteelt. Op bedrijven gebeuren dingen die drie weken geleden niet voor mogelijk werden gehouden, zoals het afvoeren van grote hoeveelheden goed product als groenafval. Dat is een hard gelag. Ondanks de omstandigheden blijft het van belang om netjes te werk te gaan en te voldoen aan de wetgeving.

Een belangrijk aandachtspunt bij de afvoer van gewas, is het ontstaan van uitlekwater, dat ook wel percolaatwater wordt genoemd. In het Activiteitenbesluit is het verboden dat dit water in de sloot terechtkomt. Het bevat naast gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen ook hoge gehaltes organische stof. Het is belangrijk voor de waterkwaliteit dat deze stoffen niet in de sloot terechtkomen. Van gewasbeschermingsmiddelen en meststoffen is dat duidelijk, maar ook organische stoffen leiden tot schade. Deze worden in het oppervlaktewater afgebroken en daardoor daalt het zuurstofgehalte sterk, met onder andere mogelijke vissterfte tot gevolg.

Opslaan op open grond
De beste oplossing is om het gewas direct in vloeistofdichte containers te storten. Er zijn echter signalen dat er mogelijk te weinig vloeistofdichte containers beschikbaar zijn voor de grote hoeveelheden gewas die nu moeten worden afgevoerd. Alternatieven zijn de container vloeistofdicht maken met een folie of het tijdelijk op open grond opslaan van het af te voeren gewas. Gewasresten mogen zonder verdere eisen twee weken op open grond worden opgeslagen, als de opslag minimaal 5 meter is verwijderd van de slootkant. Het uitlekwater komt in de bodem terecht waar bacteriën de organische stof kunnen omzetten. Langere opslag op open grond is ook mogelijk, maar dan moet er eerst een absorberende laag (bijvoorbeeld stro) van minimaal 15 cm worden neergelegd om het uitlekwater op te vangen. Er moet ook worden voorkomen dat hemelwater in contact komt met de gewasresten (dus afdekken bij neerslag). De absorberende laag moet tegelijk met de gewasresten worden afgevoerd.

Tijdelijke afdichting
Als er geen open grond beschikbaar is en de gewasresten moeten tijdelijk op het erf worden opgeslagen, maak dan in ieder geval de straatkolken op het erf dicht, zodat het uitlekwater niet via de straatkolken in de sloot stroomt. Een stevige zak zand in de straatkolk of dop op de leiding is een goede, tijdelijke oplossing. Een dop op het einde van de leiding in de sloot heeft niet de voorkeur. De leiding vult zich dan met percolaatwater, dat bij het verwijderen van de dop alsnog in de sloot loopt.
Andere oplossingen, zoals een tijdelijke opvang of pompput aan het einde van de leiding met een pomp naar de riolering, zijn ook toegestaan. Zolang het uitlekwater maar niet in het oppervlaktewater terechtkomt.

Tijdelijke terughoudendheid
Bevoegd gezag voor de lozingen op oppervlaktewater is het waterschap. Van zowel Delfland als Schieland en de Krimpenerwaard zijn bij Glastuinbouw Nederland signalen ontvangen dat ze begrijpen dat de situatie waarin vooral de siertelers zich bevinden grote impact heeft. De waterschappen kunnen bij het vaststellen van onregelmatigheden strafrechtelijk optreden, maar willen daar gezien de situatie tijdelijk terughoudend mee zijn. Dat kan alleen als ondernemers rekening blijven houden met de kwaliteit van het oppervlaktewater en bij de toezichthouder kunnen aangeven op welke wijze zij daar invulling aan hebben gegeven.

Vergelijkbare wetgeving substraat
Voor af te voeren substraat geldt vergelijkbare wetgeving als voor gewasresten. Behalve dat uitlekwater van substraat drainwater is, dat voor de lozing moet worden gezuiverd. Ook voor substraatafval geldt, zorg dat het uitlekwater in ieder geval niet direct in het oppervlaktewater terechtkomt.
Glastuinbouw Nederland heeft samen met de waterschappen de afgelopen jaren veel bereikt op het gebied van de waterkwaliteit. De gezamenlijke opdracht is om, ondanks de huidige omstandigheden, de resultaten van die inspanningen vast te houden. De mensen van Delfland (tel: 015-2608108), Schieland en de Krimpenerwaard (tel: 010-4537200), maar ook van de andere waterschappen (telefoonnummers op de website van het waterschap) zijn bereikbaar voor advies.

Meer nieuws