Opbrengst komkommer lijdt niet onder hoge natriumcijfers

Hoge natriumcijfers hoeven voor komkommertelers geen reden te zijn voor het lozen van drainwater. Dat concludeert onderzoeker Tommaso Barbagli na een teeltproef van ruim drie maanden bij Wageningen University & Research in Bleiswijk. “De resultaten bevestigen wat we afgelopen zomer al zagen in de praktijk. Nu moet het nog landen bij telers en adviseurs, zodat meer drainwater wordt hergebruikt.”
De proef en de daaraan voorafgaande monitoring op bedrijven maken deel uit van het door de Europese Unie gefinancierde Horizon project EcoNutri. Binnen dit project wordt in tien Europese landen en in China gekeken naar het terugdringen van emissies uit de landbouw.In een deelproject vindt een bredere toetsing plaats van de ervaring dat oplopende natriumcijfers in recirculatiesystemen goede teeltresultaten niet in de weg staan. Een en ander wordt onderbouwd en vertaald naar de teelt- en de adviespraktijk.
De proef, in een belichte komkommerteelt, liep van 25 november tot 3 maart 2025. Barbagli testte vier Na-niveaus (0=referentie, 4, 8 en 12 mmol/l) bij een gelijke EC van 3,0 mS/cm (behandeling 1 tm 4) en twee verhoogde EC-niveaus (3,5 en 4,0 mS/cm) bij hoge natriumconcentraties van respectievelijk 8 (behandeling 5) en 12 mmol/l (behandeling 6). Er is bewust gekozen voor een hoog lichtniveau van 350 µmol/m2/sec. Daardoor zijn de resultaten relevant voor zomerteelten, waarin relatief vaak wordt geloosd.
Gelijkblijvende en verhoogde EC
“De opzet is vergelijkbaar met de proeven die eerder zijn uitgevoerd in tomaat, gerbera en roos”, licht de onderzoeker toe. “In de eerste vier varianten is sprake van oplopende natriumconcentraties bij een gelijkblijvende EC. Dit impliceert dat de voedingsoplossing steeds meer natrium en steeds minder overige kationen bevat. Die gewijzigde verhoudingen en beschikbaarheid zouden de opname van nutriënten door de plant negatief kunnen beïnvloeden. Dat is precies wat telers willen voorkomen en de voornaamste reden dat zij op enig moment besluiten drainwater te lozen. Daarmee wordt het natriumcijfer immers acuut verlaagd.”
Is de vrees van telers gerechtvaardigd? Dat is de hamvraag volgens Barbagli. “Als dat niet zo is, kan het lozen worden uitgesteld of zelfs afgesteld. Dat is beter voor het milieu en het bespaart water en meststoffen.” De twee laatste behandelingen – EC-verhoging om hoge natriumcijfers te compenseren en de gewenste kationenbalans in stand te houden – zijn bedacht om bovenstaande theorie te toetsen en te zien of komkommerplanten daar anders op reageren.
Resultaten
“We hebben veel slap blad gezien vanwege het hoge lichtniveau en geringe aandeel verrood in het lichtspectrum. Maar dat heeft de proeven niet nadelig beïnvloed”, zegt Barbagli . Na drie maanden telen bedroeg de opbrengst van alle proefvarianten 38 kg/m2, behalve van object 6 met de hoogste EC. Daar bleef de opbrengst steken op 33 kg/m2. “Mijn vermoeden is dat niet het natriumcijfer, maar de EC van 4,0 de boosdoener was. Ik kon dat helaas niet toetsen aan behandeling 4; het beoogde natriumcijfer van 12 mmol/l is daar niet gehaald door een falende pomp en kleine lekverliezen. De gehalten aan nutriënten en natrium in de gewasanalyses waren voor de behandelingen 3, 4 en 6 echter gelijk. Dat versterkt mijn vermoeden. In andere gewassen was al aangetoond dat EC-verhoging eerder beperkingen oproept dan hoge natriumcijfers.”
Meer coulance mogelijk
Binnenkort deelt WUR de resultaten met telers en adviseurs. “Hopelijk leidt dat tot meer vertrouwen in het toelaten van meer natrium ”, merkt de onderzoeker op. “Sommige bedrijven beginnen al vroeg met lozen, bij natriumconcentraties in het drainwater van 4 à 5 mmol/l. In de proeven zijn wij daar ver overheen gegaan, zonder nadelige gevolgen voor het gewas en de opbrengst. Er is duidelijk ruimte voor meer coulance ten aanzien van natrium. Concentraties van 8 of zelfs 10 mmol/l zouden sowieso geen problemen hoeven opleveren, zolang de EC in het wortelmilieu (drainwater) op maximaal 3.5 mS/cm wordt gehouden.”