Ontwikkeling virussensor lijkt lastiger dan gedacht

Jan van Staalduinen

In maart dit jaar startte een consortium van verschillende onderzoeksinstellingen met de ontwikkeling van een biosensor voor real-time virusdetectie in water. Het zou een wereldprimeur zijn. Volgens André van der Wurff van Groen Agro Control is er grote behoefte aan een sensor die real-time plant-pathogene virussen in watersystemen kan detecteren.

“De sensor moet onderscheid kunnen maken tussen infectieus, ‘levend’ materiaal en niet-infectieus, ‘dood’ materiaal”, vult hij aan. “Dat is niet eenvoudig, zoals de eerste resultaten bevestigen.”

Via watersysteem
Plant-pathogene virussen kunnen veel schade en productiederving veroorzaken. Sommige van die virussen, zoals komkommerbontvirus en het door lelietelers gevreesde Plantago asiatica mosaic virus (PlamV) kunnen zich via het watersysteem van glastuinbouwbedrijven intern verspreiden. Telers die niet zeker weten of hun drainwater virusvrij is, zijn snel geneigd om dit water preventief te lozen.
Van der Wurff: “Veel komkommer- en lelietelers vinden recirculeren momenteel problematisch. Het bemonsteren en analyseren door laboratoria – wat nu gebruikelijk is – kost veel tijd en heeft betrekking op een klein deel van het watervolume, waardoor de onzekerheid toch blijft knagen. Om risico’s uit te sluiten, wordt daarom vaak tot lozing overgegaan. Snelle zekerheid over het ontbreken van infecties in virusmateriaal zal het hergebruik van gietwater bevorderen, emissies van nutriënten verlagen en kosten besparen. Een biosensor kan daarin voorzien.”

Onderzoekspartners
In een gezamenlijk project verkennen KWR Water Research Institute, Stichting Control Food & Flowers (SCFF) en TNO de (bio)technische haalbaarheid van een real-time virussensor, met medewerking van Glastuinbouw Nederland, Groen Agro Control en Sendot Research. De financiers zijn Stichting Kennis In Je Kas (KIJK), Plantum, Stimuflori, Stowa, Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen en Topsector Water.
TNO beschikt over een groot, kostbaar apparaat (Biacore) dat virulent materiaal in de vorm van specifieke eiwitten kan detecteren. Het werkingsprincipe berust op ELISA toetsen, waarin virussen zich hechten aan antilichamen.
KWR heeft veel ervaring met het modelvirus MS2 in aquatische milieus. Sendot Research ontwikkelt optische sensoren en SCFF heeft veel expertise in biotoetsen met planten en micro-organismen.

Onderscheid levend en dood
“Een lastig punt bij het virusdetectie is het onderscheid tussen niet-infectieus, ‘dood’ materiaal en infectieus, ‘levend’ materiaal”, licht de microbiologisch onderzoeker toe. “Alleen infectieus materiaal kan zich in een gastheer vermenigvuldigen en is dus van belang. De detector van TNO is in staat om zowel de hoeveelheid virus – zeg maar het aantal bindingen dat tot stand komt – als de bindingssterkte tussen virus en antilichaam te meten. Een sterke binding correspondeert met ‘levend’ virus, een zwakke met ‘dood’ virus. Dat principe willen we vertalen naar een praktisch hanteerbare en betaalbare optische sensor voor plantvirussen. Die zou voorzien moeten zijn van een coating met antilichamen die deze virussen binden.”

Wel en geen resultaat
In een reeks van toetsen is water met het modelvirus MS2 behandeld met chloor en/of uv-licht om het virus deels te inactiveren. Deze monsters zijn vervolgens getest bij TNO.
“Deze controle-exercitie werkte perfect”, aldus Van der Wurff. “Nu konden we echt aan de slag, dachten we. We hebben enkele series gemaakt met watermonsters die komkommerbontvirus en PlamV bevatten. Ook die zijn door de Biacore gehaald. Tot onze verrassing werd er helemaal niets gemeten.”

Diverse verklaringen
Dat was een tegenvaller, maar of de weg hiermee doodloopt is nog niet duidelijk. Volgens de diverse experts kunnen er verschillende redenen zijn voor de tegenslag. Een van de mogelijkheden is een ongewenste interactie met het plantaardige materiaal dat is gebruikt om het water met komkommerbontvirus en PlamV te besmetten. Dergelijke verontreinigingen ontbraken in de test met MS2.
Een andere mogelijkheid is dat de gebruikte antilichamen niet reageren op KKB en PlamV. Daardoor komt er geen binding tot stand.

Plan B
“Via een eenvoudige proef willen we in eerste instantie vaststellen of plantaardig restmateriaal voor verstoring zorgt”, vervolgt Van der Wurff. “Dat kan door virusvrij plantmateriaal toe te voegen aan water met MS2 en dit vervolgens door de Biacore te halen. Meet deze niets, dan lijkt vervuiling door plantmateriaal inderdaad de boosdoener. Wordt er wel het een-en-ander gemeten, dan moeten we inzoomen op de interactie tussen de onderhavige plantvirussen en verschillende antilichamen. Binnenkort horen we of we door kunnen pakken. Daar hopen we op, want goede en consistente meetresultaten zijn essentieel voordat we überhaupt kunnen beginnen met de vertaalslag naar handzame biosensoren. Ook daarmee zullen we ongetwijfeld de nodige hobbels tegenkomen.”

Meer nieuws