Minder lozen vergt aanpassingen in de omgang met uitgangswater

Tijs Kierkels

Bij voldoende goed gietwater is de noodzaak om te lozen klein. Met scenarioberekeningen verkent Wageningen University & Research welke oplossing het meest bijdraagt. Het is onderdeel van het project Waterefficiënte Teelt op Substraat.

Vorig jaar zijn het kasklimaatmodel KASPRO en het Waterstroommodel aan elkaar gekoppeld. “Voor ons was het een goede test of je met modelberekeningen meer zicht kunt krijgen waar je het beste water kunt besparen. Of wat je het beste kunt doen om het lozingsvolume terug te dringen”, vertelt onderzoeker Erik van Os.
Samen met zijn collega’s rekende hij verschillende situaties op een tomatenteeltbedrijf door. Ze kozen voor een extreem droog jaar zoals 2018 en bekeken de oplossingen om in het watertekort te voorzien, water te besparen en zo weinig mogelijk te lozen.
Het denkbeeldige bedrijf had een bassin voor regenwater van 500 m3/ha. Daarmee werd in het droge jaar de helft van waterbehoefte gedekt. De rest kwam uit aanvullend water. Zo’n 2% moest worden geloosd.

Groter bassin, lager zoutgehalte
Wat te doen in deze situatie? “Heel kort samengevat: wat het meeste oplevert, is het bassin groter maken, zorgen voor minder natrium in het uitgangswater en een hoger natriumcijfer in de teelt accepteren”, vertelt Van Os. “Je kunt ook water terugwinnen door ontvochtiging in de kas, maar dat levert niet zo heel veel op.” Uit de berekeningen kwam in het voorbeeldproject 6-7% terugwining.
De crux zit in het feit dat regenwater altijd minder natrium bevat dan alternatieven. Dus een hoog aandeel bassinwater betekent dat je lang kunt recirculeren en niet vanwege een oplopend natriumcijfer hoeft te lozen. Dat is belangrijk omdat de mogelijkheden tot 2027 steeds beperkter worden. “Een heel belangrijke vraag is dus: hoeveel zout zit er in aanvullend water. Het loont om daar scherp op te letten”, zegt de onderzoeker.

Meer natrium accepteren
Uit onderzoek van collega Wim Voogt blijkt dat verschillende gewassen beter tegen natrium kunnen dan vroeger gedacht. In het verleden zijn de natriumnormen namelijk heel voorzichtig vastgesteld. “Nu blijkt dat je bij tomaat best een heel stuk hoger kunt dan de oude norm van 8 mmol/l. Bij andere gewassen zie je zo’n zelfde beeld, maar de acceptabele getallen liggen per gewas verschillend. Als je met een hoger getal kunt werken, kun je lozen zo lang mogelijk uitstellen”, zegt hij.
Een andere mogelijkheid om efficiënter om te gaan met het water is om een lager drainpercentage aan te houden. “Dat kan best bij een uniform gewas, zeker bij groenten. Bij bloemen heb je iets meer speling nodig”. Een lager drainpercentage leidt niet direct tot besparing op het watervolume. Maar wel hoef je veel minder rond te pompen en te ontsmetten.
Het is wellicht een open deur, maar een lager waterverbruik lost het lozen niet op. De oplossing ligt in betere waterkwaliteit en acceptatie van een hoger natriumgetal in de teelt.

Het rapport van de modelberekeningen staat tegen de zomer op de website van Glastuinbouw Nederland.

Meer nieuws