‘Klimaatverandering is een feit, verduurzaming kan ook usp zijn’

Jan van Staalduinen

Als voorzitter van Greenports Nederland en gedeputeerde voor onder andere EZ, innovatie en land- en tuinbouw in Zuid-Holland kent Adri Bom-Lemstra de kansen en uitdagingen waarvoor de glastuinbouw gesteld staat. Tot die uitdagingen behoren de noodzaak om knelgebieden beter bestand te maken tegen de gevolgen van de klimaatverandering en productiesystemen sectorbreed duurzamer in te richten. In aflevering 3 van de miniserie over Klimaat aandacht voor de rol die Greenports Nederland daarin speelt.

In mei 2017 stelden de zes regionale Greenports, het Rijk, de tuinbouwprovincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Limburg, toonaangevende bedrijven, de Mainports en de onderwijs- en kenniswereld een gezamenlijke agenda op rond de transities die nodig zijn voor behoud van de internationale toppositie van de tuinbouw. Deze Impulsagenda Greenport 3.0 leidde tot de oprichting van Greenports Nederland. Voorzitter Adri Bom zit als een spin in het web van deze landelijke netwerkorganisatie. Hoe kijkt zij aan tegen de klimaatverandering en de gevolgen daarvan voor de glastuinbouw?

Bruggen slaan
“Wanneer je de statistieken, analyses en opinies op een rij zet, kun je naar mijn idee maar één conclusie trekken: de klimaatverandering is in volle gang”, zegt zij. “Daar moet de sector iets mee en dat is ook op verschillende manieren vertaald in beleid, convenanten, onderzoeksagenda’s en stimuleringsmaatregelen. Greenports Nederland heeft als overkoepelende netwerkorganisatie de taak om namens de tuinbouwsector in brede zin bruggen te slaan tussen regionale, provinciale en landelijke stakeholders. Daarin trekken we samen op met andere organisaties, zoals LTO en Glastuinbouw Nederland.”

Integrale aanpak nodig
Bom beseft dat de opgaven voor de sector, die voor een belangrijk deel samenhangen met klimaat, milieu en verduurzaming, groot en complex zijn. “Voor individuele ondernemers is het moeilijk te behappen”, erkent zij. “Er is een integrale aanpak nodig om landelijk beleid slim en efficiënt te vertalen naar gebiedsgericht maatwerk voor onder andere energietransitie, herstructurering en duurzaam waterbeheer. Gebieden waar relatief snel en/of grote winst is te boeken met restwarmte en rest-CO2 krijgen prioriteit. Wij houden daarbij uiteraard ook oog voor belendende doelen en activiteiten in de omgeving.”

Long- en shortlist
Volgens de Greenports voorzitter zijn er tachtig gebieden benoemd waar de komende jaren iets moet en kan gebeuren. In gezamenlijk overlegd wordt nu een shortlist opgesteld om processen in gang te zetten, lopende initiatieven te bevorderen en beschikbare stimuleringsgelden toegewezen te krijgen. “Hoe eerder we vooruitgang boeken en succesvolle business cases kunnen realiseren, des te gunstiger dit kan zijn voor gebieden die nu nog in de wachtkamer staan. Ervaringen en leereffecten in het ene gebied kunnen ook elders van waarde zijn. Op termijn kan de brede transitie en verduurzaming van de Nederlandse glastuinbouw zich vertalen in een blijvend sterke concurrentiepositie en nieuwe kansen voor de export van tuinbouwproducten, productiemiddelen, kennis en technologie.” 

ODE-verhoging slecht verhaal
Gevraagd naar actuele initiatieven noemt Bom de gebiedsontwikkeling van Nieuw-Prinsenland in het Noord-Brabantse Dinteloord, de Warmterotonde Westland en het kennisprogramma Coastar als initiatieven waarvoor Greenports Nederland zich sterk maakt of heeft gemaakt.
“Nog actueler is de ODE-discussie”, vult zij aan. “Als het kabinet die absurde tariefsverhoging effectueert, heeft dat enorme gevolgen voor de gezinsinkomens en de financiële positie van tuinbouwbedrijven. Dat kan niet de bedoeling zijn en om die reden is het een slecht verhaal. Het spreekt voor zich dat wij de minister en het parlement hierop hebben aangesproken, samen met Glastuinbouw Nederland en VNO NCW. Dit moet gewoon van de baan. Als dat niet lukt, moet het tenminste worden teruggeploegd in de sector.”  

Meer nieuws