Ion Specifiek Telen maakt telen zonder lozingen gemakkelijker

Chris Blok en Ellen Beerling, (Wageningen University & Research Glastuinbouw)

Het PPS project Ion Specifiek Telen ontwikkelt een nieuwe nauwkeuriger manier van meten en doseren van de voeding, waarmee de voedingssamenstelling van alle macro-elementen op uurbasis kan worden afgestemd op de plantopname. Hierdoor wordt telen zonder lozingen gemakkelijker en kan de groei van de plant beter worden beheerst en geoptimaliseerd.

Veel aandacht in het project gaat uit naar de randvoorwaarden voor acceptatie door de praktijk. Hiervoor is nodig dat we kunnen aantonen dat door deze techniek en methodiek te gebruiken er een aantoonbaar groei-effect is en dat de meet- en doseertechniek robuust en betrouwbaar zijn.

Zuurstofverbruik wortels
In de eerste zes maanden van het project is een lab-opstelling gebouwd, waarmee het zuurstofverbruik van wortels is te meten. Voedingsopname van wortels kost energie, die wordt geleverd door het verbranden van assimilaten met zuurstof. Daarom is het zuurstofverbruik van de wortels een goede maat voor de hoeveelheid assimilaten die de plant gebruikt voor voedingsopname. Deze assimilaten kunnen dus niet voor bovengrondse groei worden gebruikt. Zo is aan het zuurstofverbruik van wortels te zien hoeveel groei niet-optimale voeding kost.

Digitaal bemestingsadvies
Ook is vastgelegd hoe de ionspecifieke metingen tot een daadwerkelijke ionspecifieke dosering gaan leiden. Data gaat van de meter naar WUR Glastuinbouw voor een digitaal bemestingsadvies. Dit voedingsadvies gaat dan naar bemestingsspecialist Van Iperen (vloeibare voeding). Een liter recept gaat vervolgens naar Priva, waarmee tenslotte de doseringen van de voedingsunit worden aangestuurd.
Voor de proeven bij WUR die in 2020 plaatsvinden, heeft Priva een mini-unit ontworpen. Voordeel van de onderzoekslocatie is dat een vergelijking (in rijen) kan worden gemaakt tussen telen met en zonder frequent aangepaste voeding.

Waarom ion specifiek meten?
Op dit moment wordt in de praktijk de voedingsgift gestuurd op drainmonsters die eens in de 7 tot 21 dagen worden genomen. Dit werkt op zich goed, maar het kan beter. Als het meetinterval wordt verkort, ontstaat kennis van de dynamiek per dag en kan de groei nauwkeuriger worden gevolgd. Dit is belangrijk om te voorkomen dat de plant meer energie dan nodig gebruikt voor voedingsopname en om te voorkomen dat de kwaliteit van uitgroeiende cellen blijvend wordt beïnvloed. Van calcium en kalium laten incidentele gegevens al zien dat de opnameverhouding fluctueert over het etmaal.

Plantopname koppelen
Met ion specifiek meten kan desnoods per uur worden gevolgd wat de samenstelling van de drain en de aanvoer naar de plant is. Hiermee kunnen fluctuaties door plotselinge snelle opname of plotselinge ongelukkige drainbijmenging worden opgemerkt en kunnen veilig afwijkende schema’s worden gedoseerd en sluitende balansen worden opgesteld voor de plantopname van voeding en water. De plantopname kan vervolgens weer worden gekoppeld aan bovengronds klimaat (instraling, temperatuur, luchtvochtigheid).

Meer nieuws