Hoe krijgen we grip op The Good, The Bad en The Ugly?

Eén van de workshops op het Water- en PlantgezondheidEvent in Bleiswijk op 10 oktober ging over micro-organismen in teeltsystemen. Die zijn altijd aanwezig en zelfs noodzakelijk voor gezonde, weerbare planten. “Wij maken onderscheid tussen The Good, The Bad en The Ugly”, vertelde Marta Strteminska van Wageningen University & Research. Samen met Carina Eisfeld (SCFF) en Marcelle van der Waals (KWR) gaf zij de bezoekers een inkijkje in onderzoeksprojecten en -methoden die gericht zijn op het microbioom in de wortelomgeving.

Micro-organismen zijn in vele klassen, soorten en varianten (formae speciales) alom en in groten getale aanwezig, zelfs in schone, zorgvuldig ontsmette teeltsystemen. Terwijl de meeste micro-organismen (The Good) planten behulpzaam zijn bij de groei, kunnen pathogene organismen (The Bad) ziekten of een verstoorde groei veroorzaken en zijn andere (The Ugly) zelfs voor mensen bedreigend. Nu telers steeds minder kunnen terugvallen op pesticiden en zich inzetten voor een duurzame, weerbare teeltwijze, groeit de noodzaak om meer inzicht in en sturing over het microbioom te verkrijgen.

Zonder micro-organismen geen groei
Hoe schoon een teeltsysteem ook is, micro-organismen zijn altijd en in grote diversiteit aanwezig. Met die boodschap trapten de onderzoeksters hun betoog af. Sommige zijn essentieel om organisch materiaal in het wortel- en watermilieu af te breken, voor de productie van bepaalde hormonen, om nutriënten beschikbaar te maken voor opname door de wortels, om de gevoeligheid van planten voor abiotische stress door zout of droogte te verminderen, of om pathogenen te onderdrukken. Zonder dergelijke micro-organismen zouden planten minder goed groeien, benadrukten Streminska en haar collega’s. Vele leven in symbiose met de plant, van wie ze suikers ontvangen als dank voor hun goede diensten. Het is dan ook niet verwonderlijk dat zich op en rond wortels tien tot duizend keer meer micro-organismen bevinden dan in niet-doorgroeide delen van een substraat.

Dynamiek binnen microbioom
De onderzoekers gingen kort in op verschillende methoden om de hoeveelheden en de activiteit van micro-organismen in water en teeltsystemen te meten en populaties te bestuderen. Die zijn aan verandering onderhevig en hebben in het begin van de teelt een andere opbouw en samenstelling dan in latere teeltstadia. Hoe populaties zich ontwikkelen, wordt zowel bepaald door de onderlinge verhoudingen en interacties bij aanvang van de teelt, als door de interacties met planten gedurende de groei en door omgevingsfactoren (bodem/substraat, water (kwantiteit en kwaliteit), zuurgraad, gebruikte meststoffen, aanwezige nutriënten en teeltpraktijken).

Inzet op weerbaarheid
Micro-organismen die als eerste aanwezig zijn en het substraat en de wortels kunnen koloniseren − zowel ten goede als ten kwade − hebben een voordeel en kunnen daarmee een relatief zwaar stempel drukken op de verdere ontwikkeling van het microboom. Dit gegeven is mede bepalend voor de wijze waarop en de mate waarin telers de introductie en ontwikkeling van gunstige micro-organismen kunnen beïnvloeden. Het inzetten op een weerbare wortelomgeving met een rijke bevolking van ‘Good Guys’ vormt een beter perspectief voor een gezonde, duurzame teelt dan het uitsluitend streven naar een zo steriel mogelijk watersysteem. Wat onverlet laat dat telers om meerdere redenen baat hebben bij schone leidingen zonder biofilm. Aan de kennis en handvatten om die inzet te faciliteren, wordt op tal van fronten hard gewerkt.

Meer nieuws