Handzame nitraatmeter in ontwikkeling

Tijs Kierkels

Er bestaat momenteel geen goede methode waarmee telers snel nitraat kunnen meten in proces- en slootwater. Binnen het project Handzame Nitraatmeting wordt gewerkt aan een snelle, betrouwbare en goedkope handmeter.

Bij het doorlichten van het watersysteem op tuinbouwbedrijven blijkt regelmatig dat er sprake is van onvermoede lozingen, afstroom en lekkages. Dat leidt tot vervuiling van het oppervlaktewater en is voor de efficiëntie van het watersysteem geen goede zaak.
Als je snel even kan meten wat de nitraatconcentratie is van bijvoorbeeld drainagewater, geeft dat een indicatie waar het vandaan komt. Een slootmeting vlakbij de kas kan aangeven dat er sprake is van een onbekende lozing.
In de praktijk worden nu analyses van watermonsters in het lab en nitraatstrookjes ingezet. Die hebben beide nadelen. De eerste duurt lang, de tweede is door telers beoordeeld als niet gemakkelijk en niet eenduidig qua betrouwbaarheid.

Drie principes
Daarom test een samenwerkingsverband nieuwe meetmethoden. “We vergelijken nu 11 meetinstrumenten. Er zijn drie verschillende principes: colorimeters, ionselectieve elektroden en optische fibers”, vertelt onderzoeker Erik van Os van Wageningen University & Research. 
Colorimeters werken met verkleuring. De bekende teststrips vallen onder dit principe, maar ook methoden waarbij je een stof toevoegt aan een watermonster waarna deze verkleurt. Ionselectieve meters werken met een membraan dat selectief nitraat doorlaat. Vervolgens wordt dat gemeten. De optische systemen sturen licht via een glasvezelkabel door de vloeistof en meten de adsorptie.
Van Os: “De eerste uitdaging die we tegenkwamen is de heel verschillende concentraties in proces- en oppervlaktewater. In de voedingsoplossing zit 8 tot 10 mmol/l nitraat, in oppervlaktewater 0 tot 2 mmol/l. Dat verschil in range is te groot voor veel meters. Daarom splitsen we de tests op in twee fasen.”

Continue betrouwbaarheid
Een belangrijke vraag is natuurlijk of de meters onder praktijkomstandigheden steeds goed blijven presteren. “Meet de sensor de hele dag dezelfde waarden? Geeft hij de juiste getallen bij een vaste EC en wisselende nitraatgehalten? Of juist bij wisselende EC en vaste nitraatgehalten? Presteert hij goed in troebel water?”, geeft hij aan.
“Het moet eenvoudig en betrouwbaar zijn. Anders gebruiken telers ‘m toch niet. Ze hoeven geen laborant te worden. Wel zal een eenvoudige kalibratie (afstelling) nodig zijn”, denkt Van Os. Hij verwacht rond februari 2021 resultaten van de vergelijkingsproef.

Het project wordt uitgevoerd door Wageningen University & Research-BU Glastuinbouw, Acacia Water, OnePlanet Research Center (Stichting IMEC Nederland) en gefinancierd door Stichting KijK, Stowa Stimuleringsbudget Emissiebeperking Glastuinbouw, OnePlanet Research Center en Topsector TU/LNV. Het project wordt mede mogelijk gemaakt door Hoogheemraadschap Delfland, Glastuinbouw Nederland, Fixeau en AKVO.

Meer nieuws