eDNA: waardevolle aanvulling handhavingspakket

Frank de Olde (LTO Noord)

Het gebruik van eDNA is een waardevolle aanvulling op ‘de gereedschapskist’ waarmee lozingen op het oppervlaktewater kunnen worden opgespoord. Dat wijst de pilot van DuurSaam Glashelder uit. eDNA gaat dan ook deel uitmaken van het middelenpakket waarmee de waterschappen Hunze en Aa’s en Vechtstromen hun taak als toezichthouder uitvoeren.

eDNA-onderzoek - de e staat voor environmental - is een innovatieve methode om de aanwezigheid van soorten in water aan te tonen, in dit geval van planten en gewassen. “Als blauwdruk voor elke soort zijn DNA-sporen in het oppervlaktewater te herleiden aan een specifieke teelt”, zegt Olga Jongejan, toezichthouder en handhaver Hunze en Aa’s, met als specialisme glastuinbouw. “Als je gewasbeschermingsmiddelen of nutriënten in het water aantreft, weet je niet direct waar de lozing vandaan komt. Maar als je eDNA van een bepaalde teelt kunt aantonen, kun je gerichter opsporen.”

Waterkwaliteit nog onvoldoende verbeterd
Om de eDNA-methode in de praktijk te toetsen, is in de zomer van 2020 vanuit het project DuurSaam Glashelder een pilot van start gegaan. De pilot is uitgevoerd in nauwe samenwerking met Datura, een bureau dat DNA-onderzoek toepast om de effectiviteit van ecologische monitoring te vergroten. Directe aanleiding voor de pilot was de constatering dat de waterkwaliteit in de glastuinbouwgebieden van Hunze en Aa’s en Vechtstromen nog onvoldoende is verbeterd.

Veel onbewuste lozingen
Waterschap Hunze en Aa’s heeft in de pilotperiode in Klazienaveen vier bemonsteringsrondes uitgevoerd, en een bemonsteringsronde in het tuinbouwgebied Zuidbroek/Sappemeer. Daarbij zijn in totaal 44 eDNA-monsters genomen. Olga Jongejan: “Datura heeft in de monsters DNA-sporen van verschillende teelten aangetroffen, variërend van tomaat, komkommer en paprika tot pioenroos en hortensia. Naar aanleiding daarvan hebben we besloten om rond de betreffende telers controles uit te voeren bij elk pijpje dat op de sloot uitkomt. Met nitraatstrips hebben we vervolgens vastgesteld dat in meer dan twintig gevallen meststoffen uit die pijpjes kwamen.”
Daarbij ging het vooral om kleine lozingen, maar er zaten ook een paar grotere bij. “In bijna alle gevallen ging het om onbewuste lozingen, waarbij de tuinders geen idee hadden dat de buisjes op het oppervlaktewater uitkwamen. Veel zaken konden snel worden verholpen. Er lopen nu nog een paar acties waarbij telers hun watersysteem moeten ombouwen om de lozingen te stoppen. Díe ondernemers krijgen daar wat meer tijd voor.”

Deelname meer waterschappen verkort analysetijd
“Al met al is eDNA voor ons een waardevolle toevoeging op ons instrumentenpakket”, concludeert de toezichthouder. “Een nadeel is nog wel dat er een behoorlijk lange analysetijd is. Dat zou kunnen verbeteren als meer waterschappen deze opsporingstechniek gaan toepassen, omdat Datura dan vaker analysereeksen kan uitvoeren.”
Kees van Bochove van Datura bevestigt dat een eDNA-analyse op dit moment tweeëneenhalf tot drie maanden in beslag neemt: “Om de kostprijs (300 tot 350 euro per monster) te drukken, sparen we monsters op om ze tegelijkertijd te kunnen analyseren. We zien overigens wel dat steeds meer partijen de toepassingsmogelijkheden van eDNA op de juiste waarde inschatten. Zo voeren we inmiddels een breed palet aan metingen uit, variërend van dieet-analyses aan de hand van vleermuisuitwerpselen tot blauwalgconcentraties in oppervlaktewater. Als die ontwikkeling zich doorzet, verwacht ik dat we de analysetijd volgend jaar kunnen terugbrengen naar zes weken en uiteindelijk zelfs naar drie weken.”

Meer nieuws