Bij goede voedingsbalans heeft gerbera geen moeite met natrium
Onderzoek naar de natriumtolerantie van gerbera leert dat het gewas hoge natrium-concentraties goed verdraagt wanneer er van de elementen waarmee natrium concurreert ook meer wordt aangeboden. Dit betekent dat telers in de zomer, wanneer het natriumcijfer vaak oploopt, hun voedingsschema’s moeten aanpassen. “Als de balans goed is, hoef je de EC niet eens te verlagen, zoals telers gewend zijn te doen”, stelt teeltadviseur Eugenie Dings. “Sterker nog, het is beter om dat juist niet te doen.”
Van eind maart tot november 2019 werden vier gerberarassen bij Wageningen University & Research in Bleiswijk onderworpen aan een bemestingsproef met variabele natriumcijfers. In september werd er voor Glastuinbouw Waterproof al een eerste, positieve tussenbalans opgemaakt. Uit de proeven met oplopende natriumgift (0, 5, 10 en 15 mmol/l) kwamen geen zichtbare verschillen naar voren in gewas- en bloemontwikkeling. Het gewas blijkt zelfs natrium op te nemen.
Volgens teeltadviseur Eugenie Dings van Flori Consult Group kan hieruit niet automatisch worden geconcludeerd dat gerberatelers het natriumcijfer straffeloos kunnen laten oplopen tot ruim boven de tot nu toe gehanteerde maximale norm van 5 mmol/l. Het bemestingsregime dat onderzoeker Wim Voogt hanteerde, week namelijk af van wat in de praktijk gebruikelijk is.
Genuanceerd kijken
“Om de resultaten goed te kunnen duiden, moet je genuanceerd kijken”, licht zij toe. “De eerste kanttekening die ik wil plaatsen, is dat het om een jong gewas ging, dat minder gevoelig is voor stressfactoren dan oudere planten met gewasslijtage. Onze tweede kanttekening is dat Wim de EC niet heeft verlaagd en het voedingsschema consequent heeft gecorrigeerd in relatie tot het natriumcijfer. In de praktijk gebeurt dat nauwelijks.”
Als gevolg van die correctie bevatten de schema’s met hoge natriumconcentraties ook hogere concentraties van de elementen die met natrium moeten concurreren, met name kalium. Hierdoor bleef hun onderlinge balans behouden en kon het gewas van alle elementen voldoende opnemen.
Die balans lijkt volgens Dings veel bepalender te zijn voor de gewasreactie (of juist het uitblijven daarvan) dan het natriumcijfer. Het kan goed verklaren waarom bedrijven in de lastige zomerperiode soms tegen problemen aanlopen in de vorm van gebreksverschijnselen en achterblijvende steellengte.
Huidige praktijk
In de zomer wil het gewas vooral veel verdampen en wordt het regenwater vaak aangevuld met water uit andere bronnen, dat wat natrium bevat. Daar neemt het gewas weinig van op, waardoor de concentratie in een gesloten systeem gestaag zal oplopen. De meeste telers reageren op dit voldongen feit (natrium komt immers mee met het uitgangswater) met een EC-verlaging om het gewas te ontzien en voldoende bloemstrekking te behouden. Bij een ongewijzigd voedingsschema leidt dit tot dermate lage concentraties van de elementen die qua opname met natrium moeten concurreren, dat de plant er te weinig van opneemt.
EC-verhoging beter dan verlaging
Dings: “Het komt er op neer dat de gebruikelijk problemen in de zomer niet worden veroorzaakt door een hoog natriumcijfer – wat tot nu toe werd aangenomen – maar door te lage concentraties van essentiële voedingsstoffen zoals kalium of magnesium. Wanneer je het schema corrigeert en een normale of zelfs hogere EC aanhoudt, zoals Wim heeft gedaan, blijven dergelijke problemen uit. Bij een goede balans tussen natrium en concurrerende elementen heeft het gewas geen moeite met hoge natriumcijfers. Zelfs bij 20 mmol/l, waarvan in één proef tijdelijk sprake was als gevolg van een hoge EC, liet het gewas niets zien dat op ongemak wees. Maar nogmaals, het ging om jonge planten die meer kunnen verdagen dan een ouder gewas.”
Wachten op drogestofanalyse
Juist omdat het bemestingsregime afweek van de praktijksituatie, heeft het onderzoek nieuwe inzichten opgeleverd, stelt Dings tot haar tevredenheid vast. De belangrijkste zijn dat telers zich minder zorgen hoeven maken over natrium en dat de focus moet liggen op de kationenbalans in zijn totaliteit. Loopt het natriumcijfer op? Verlaag dan niet de EC, maar pas het schema aan en laat de EC ongewijzigd of verhoog hem zelfs.
“Die kant gaat het naar ons idee zeker op, maar we zijn nog wel benieuwd wat er uit het destructieve onderzoek komt van de gewasanalyses”, zegt de teeltadviseur. “Na het beëindigen van de proef zijn er gewasmonsters verzameld voor drogestofanalyse. Zien we daar dezelfde verhoudingen tussen de elementen in terug die je op grond van het voedingsschema zou verwachten? En ook: hoeveel natrium neemt het gewas nu werkelijk op? Vroeger werd aangenomen dat die opname vrijwel nul was, maar dat geloof ik niet langer. Het zou leuk zijn als we zien dat het gewas er bij oplopende concentratie ook meer van opneemt. Dat zou nog eens extra onderstrepen dat een correctie van het schema en een eventuele EC-verhoging noodzakelijk zijn. Binnenkort komen die cijfers beschikbaar en krijgen we een nog scherper beeld.”
Dit onderzoek wordt gefinancierd vanuit het onderzoeksprogramma Kennis in je Kas (KijK).