Zomerdip bij chrysant op water serieuze uitdaging

Tijs Kierkels

De chrysantenteelt op waterbassins geeft een flink deel van het jaar een hoge productie van goede kwaliteit. Verschillende rassen laten echter een zomerdip zien. Onderzoekscentrum Vertify Zwaagdijk werkt aan een oplossing daarvoor.

Vertify, voorheen Proeftuin Zwaagdijk, heeft de afgelopen jaren veel energie gestoken in de ontwikkeling van een innovatief teeltsysteem. De chrysanten staan in drijvers op een voedingsoplossing in bassins van dertig centimeter diep (dit heet deep flow technique, DFT). In potentie kan de teelt op water voordelen hebben in vergelijking met grondteelt: hogere productie, geen bodemziekten, lagere ziektedruk, lager middelengebruik, een efficiëntere benutting van water en meststoffen en een schonere teelt. Die voordelen komen in de proeven ook naar voren. Onderzoeker Matthijs Blind schat de potentiële meerproductie op zeker 15%. Er zijn echter nog wel wat hobbels te overwinnen. “In de winter gaat het zonder meer goed: een hoog takgewicht en een goede houdbaarheid. Richting de zomer worden de resultaten soms minder: kort na het planten zie je vergeling. Het hangt van het ras af of dit gebeurt”, vertelt hij. “Uiteraard is de vergeling een uiting van stress: de groei is niet optimaal en vergroot waarschijnlijk ook de ongelijkheid van het gewas.”

Licht
Gaandeweg de proeven krijgen de onderzoekers meer zicht op de oorzaken hiervan, zodat ze naar een oplossing kunnen toewerken. Twee factoren lijken een rol te spelen kort na het planten: licht en het microklimaat boven de drijvers. Blind: “Het is opmerkelijk dat de vergeling binnen enkele dagen na het begin van de kortedagbehandeling verdwijnt. Ze krijgen dan minder licht, maar gaan toch beter groeien. Ook als je meer schermt, gaat het beter. En ook als je de dag alvast wat korter maakt voor de echte kortedagbehandeling. Dat alles wijst erop dat een te hoge lichtsom bij de jonge planten een rol speelt.”
De reflectie op de witte drijvers verhoogt de hoeveelheid ontvangen licht. In de lichtarme periode is dat een voordeel, in de zomer waarschijnlijk juist een nadeel.
Een interessante ervaring is ook opgedaan bij de eerste teler die inmiddels op kleine schaal testen doet. “Hij teelt in mobiele bakken, die aanvankelijk op het pad stonden. Ook hij kreeg te maken met vergeling en heeft toen de bakken naar de schuur verplaatst. Je zou zeggen dat het lichtniveau daar veel te laag is voor chrysant. Maar het resultaat was toch dat het gewas herstelde en uiteindelijk goed groeide”, zegt de onderzoeker. “Een belangrijke vraag is dus wat de stress kort na het planten veroorzaakt en hoe die te voorkomen is, zonder dat al te veel concessies moeten worden gedaan aan de lichttoetreding.”

Schermen of krijten
Het zijn allemaal aanwijzingen dat jonge planten in dit systeem in het begin te veel licht krijgen. Schermen of krijten zou daarom wellicht een oplossing kunnen zijn. Zoals gezegd trekken de planten na verloop van tijd bij. Maar de moeilijke start leidt wel tot ongelijkheid en een lager takgewicht bij de zomerteelt.
“Je ziet in zulke gevallen tevens verminderde wortelkwaliteit. Maar we zijn ervan overtuigd dat het probleem niet in het water zit en dat de mindere wortels het gevolg zijn van de stress die boven de drijver ontstaat. Op verzoek van de telers in de begeleidingsgroep (BCO) gaan we ook het microklimaat boven de drijver bekijken. Bij sla op water is dat een bekend punt. De drijver sluit zo goed af, zodat je ter plekke geen verdamping en dus een lagere luchtvochtigheid krijgt”, vertelt hij.
Inmiddels is in Zwaagdijk een grote proef met 130 chrysantenrassen gedaan. De verschillen waren behoorlijk: sommige rassen vertonen vergeling en uitval in de zomer. Andere juist helemaal niet. De grote verschillen onderstrepen het belang van de veredeling bij de ontwikkeling van nieuwe teeltsystemen. Met de meest geschikte rassen wordt een vervolgproef gedaan.

Meer nieuws teelt en bemesting