Waterstromen in het bedrijf

Glastuinbouwbedrijven maken voor de teelt gebruik van verschillende soorten water, die op diverse plaatsen in het systeem komen. De biologische, chemische of mechanische vervuiling is afhankelijk van deze watersoort. Door de juiste behandeling en opslag van het water, zijn problemen door vervuiling te voorkomen.

Watersoorten
Een teler kan te maken hebben met: regenwater, leidingwater, condenswater van binnenkant glas, rookgascondenswater, drainwater van gesloten teelt, drainagewater van grondteelt, slootwater, oppervlaktewater, bronwater, osmosewater, kwelwater, aquiferwater, spoelwater en spuiwater als rest- of afvalwater. “Slootwater is ook oppervlaktewater, maar de waterkwaliteit is vaak minder dan van oppervlaktewater dat uit plassen, meren of rivieren komt. Vandaar het onderscheid”, zegt Stefan Bakker, productmanager Revaho.

Ondergrondse opslag
Bij een aquifer, ook wel ondergrondse wateropslag (owo) of ondergrondse waterberging (owb) genoemd, gaat het om opslag van regenwater in de eerste watervoerende pakket. Ongezuiverd drainwater dat uit de teelt komt, mag niet in de ondergrond worden opgeslagen. Bakker: “Vuil teeltwater maken we alleen schoon van mechanische vervuiling en niet chemisch. Met dit water dat bijvoorbeeld restanten van gewasbeschermingsmiddelen kan bevatten, moeten we niet de ondergrond voor altijd vervuilen. Want het rendement van aquifers ligt veelal op 50 tot 70 procent, waardoor je al het water wat je erin pompt er niet meer voor 100 procent uit krijgt.”

Filterverstopping voorkomen
Voor een teler is het belangrijk om te weten waar het water vandaan komt en waar een watersoort het systeem in gaat. “Een teler moet een goed flowschema hebben, zodat hij weet waar welke soort water het systeem in komt. Hiermee en door logisch na te denken, zijn vaak problemen door vervuiling te lokaliseren”, aldus de productmanager.

Hij raadt telers aan om samen met de installateur de waterstromen in een flowschema te zetten. Daarbij moeten de kleine en overloopstroompjes niet worden vergeten. Hierdoor zijn alle watersoorten en hun kwaliteit bekend, zodat een teler voor de juiste opslag kan kiezen en eventueel voor het ontsmetten, filtreren (mechanisch reinigen) of zuiveren van het water.

Goede oplossing
Retourwater uit het teeltsysteem (drainwater) wordt soms toegevoegd aan het regenwaterbassin. “Als je dat doet, is er een groot risico op onbedoelde biologische vervuiling, zoals algengroei. Drainwater zit namelijk vol met meststoffen. In combinatie met zonlicht is het wachten op een algenexplosie, waardoor filters snel verstoppen.”

De beste oplossing is om drainwater vanuit drainwaterput op te slaan in een lichtdichte silo en niet in de regenwateropslag. Het drainwater vanuit die silo ‘in line’ (in 24 uur tijd) ontsmetten met bijvoorbeeld UV, verhitten, ozon of biologisch filter tegen de biologische vervuiling en vervolgens in een schoon watersilo opslaan.

Aparte opslagsilo
Osmosewater in regenwateropslag doen is goed. Condenswater ging ook altijd in de regenwateropslag, maar mag vanwege de restanten gewasbeschermingsmiddelen niet meer. Bij een hoosbui kan het regenwaterbassin door de overstort namelijk overlopen, waardoor gewasbeschermingsmiddelen in het oppervlaktewater terecht komen. Condenswater wordt nu veelal aan de vuilwatersilo toegevoegd. In nieuwe kasprojecten is er een aparte silo, omdat het condenswater geen EC heeft en drainwater wel. Hierbij wordt het condenswater als eerste meegenomen met de voorregeling.

Extra water nodig
Bakker: “Slootwater moet gewoon 1 op 1 worden gebruikt en niet in het regenwaterbassin worden opgeslagen, vanwege de vervuilingen. Dat kan biologische (bijvoorbeeld algen), chemische (waaronder zouten en gewasbeschermingsmiddelen) of mechanische vervuiling (bijvoorbeeld slib) zijn. Als de sloot niet groot genoeg is voor extra wateraanvoer, kan je oppervlaktewater met een klein pompje in een aparte silo pompen. Of om de watervoorraad aan te vullen, leidingwater wel in het regenwaterbassin doen.”

Meer nieuws registratie