John Timmermans: 'Schoner water heeft ook economisch belang voor de teler'

Roger Abbenhuijs

Hij is vakspecialist bij Waterschap Limburg, qua aantal bedrijven het tweede waterschap van Nederland. En als ex-rozenteler spreekt John Timmermans bovendien nadrukkelijk de taal van de ondernemer. Niet verwonderlijk dat hij ook actief is binnen diverse regionale en landelijke overlegorganen op gebied van water en waterzuivering. Het zorgvuldig in kaart brengen van de waterstromen op teeltbedrijven ziet hij als voornaamste uitdaging voor de komende tijd.

Tussen de 600 en 700 tuinbouwbedrijven omvat het Waterschap Limburg, met de nadruk op de regio’s Venray, Venlo, Horst aan de Maas en Peel en Maas en een bedrijfsomvang die varieert van 500 m2 tot 30 ha. “Ja, de omvang van ons werkgebied moet ik regelmatig specificeren in het westen van het land, maar de cijfers spreken voor zich”, zo opent John Timmermans, die ook met zekere regelmaat voorlichting geeft aan scholen en bedrijven.

Hij heeft regelmatig overleg met collega’s van andere waterschappen met veel glastuinbouwbedrijven. “Het is zaak dat je regelmatig zaken en situaties uitwisselt om te komen tot een gelijkwaardig speelveld voor ondernemers. Qua regelgeving en handhaving mag er sowieso geen onderscheid zitten tussen gebieden. Dat geldt specifiek voor grotere ondernemers die steeds vaker actief zijn in verschillende regio’s, onder verschillende waterschappen.”

Handschoen opgepakt
Vanaf 2001 is hij actief in zijn huidige functie. Destijds was het waterschap nadrukkelijk op zoek naar mensen met een praktijkachtergrond. Als voormalig rozenteler paste Timmermans prima in dat plaatje. “In het begin werd ik regelmatig ‘overloper’ genoemd, maar als snel bleek mijn achtergrond een meerwaarde in het contact met telers. Je spreekt de taal van de ondernemer en dat is de basis voor goed en constructief overleg.”

Uiteraard is controle op de waterzuiveringsplicht, die sinds 1 januari 2018 van kracht is, een belangrijke taak van Timmermans en zijn directe collega. “Als je na zestien maanden nog geen stappen hebt gezet, dan weet je dat je fout zit. Dat hoef ik geen ondernemer uit te leggen.” Hij constateert dat het overgrote merendeel van de ondernemers in het gebied de handschoen wel tijdig heeft opgepakt; ieder op zijn eigen manier.

Goed uitgangswater
Waterschap Limburg kent geen vormen van collectieve zuivering. “Twee groepen hebben wel onderzoek gedaan, maar kwamen tot de conclusie dat het prijstechnisch niet interessant was, met name vanwege de kosten op gebied van infrastructuur. Bedrijven zitten snel te ver uit elkaar, terwijl er ook grote verschillen zijn qua lozingscapaciteit. Die verschilt van 100 tot 1.000 m3 per jaar.”

Dat betekent dat ondernemers hebben gekozen voor een van de andere drie opties om aan de verplichtingen te voldoen. “Vaak is gekozen voor mobiele zuivering. Reden is dat telers in dit gebied de beschikking hebben over goed uitgangswater, in de vorm van grondwater. Dat water kunnen ze langer hergebruiken en moeten ze toch lozen dan gaat het om beperkte hoeveelheden. Dan is mobiele zuivering de meest goedkope optie.”

Kentering drainwater
Daarnaast wordt uit oogpunt van flexibiliteit regelmatig gekozen voor een eigen kleine zuiveringsinstallatie, terwijl een aanzienlijk percentage de stap heeft gezet naar nullozer. “Gesloten telen blijkt voor veel bedrijven goed haalbaar, mede door genoemde kwaliteit van het uitgangswater. Daar komt bij dat telers tegenwoordig anders omgaan met hun drainwater; de hoogte van het Na-gehalte wordt nadrukkelijk gemonitord.” Sowieso constateert Timmermans een toenemend waterbewustzijn op bedrijven. “Je ziet een kentering in de omgang met drainwater. Daarnaast worden er meer vragen gesteld, onder andere over de verwachtingen voor de toekomst. Water leeft heel nadrukkelijk in de Limburgse glastuinbouw en de containerteelt.”

Punt van aandacht is volgens Timmermans met name de grondgebonden teelt. “Het is lastig om daarin goede controles uit te voeren. Daar moeten we de komende tijd extra aandacht aan besteden, om samen met de sector deze afvalwaterstromen goed in beeld en onder controle te krijgen.”

Portemonnee
Controle op lekkages verdient ook extra aandacht en bewustwording, zo is zijn ervaring. “Telers denken vaak waterdicht te zijn, maar controle van de waterbalans toont dan toch wat anders aan. Daar ligt nog een uitdaging voor zowel de ondernemers als het bevoegd gezag. Oudere systemen blijken kwetsbaar te zijn, zoals ook het project ‘Meten van gewasbescherming’ laat zien.”

Een goede dialoog is een van de manieren om hiaten op te sporen. “Natuurlijk gaat het om de kwaliteit van het oppervlaktewater, maar voor de telers speelt ook een economische component. Iedere kuub water die je kwijt bent, betekent verlies van nutriënten en dus van geld. Argumenten die de portemonnee raken hebben vaak meer impact dan regelgeving. Het uiteindelijke doel van iedereen moet zijn schoner water, maar als je daarmee ook kosten kunt besparen, dan zal geen ondernemer dat nalaten.”

Meer nieuws registratie