Pilot ‘Samen meten, samen weten’ verlengd

Jan van Staalduinen

In het project ‘Samen meten, samen weten’ werken het Hoogheemraadschap van Delfland en groepjes telers samen aan het monitoren en verbeteren van de waterkwaliteit. Een pilot in twee kleine gebieden – de Oranjepolder in Maasdijk en de Heen- en Geestvaartpolder in ’s-Gravenzande – heeft goede resultaten opgeleverd. Om meer inzicht te krijgen in de laatste knelpunten, gaan de telers door met meten.

Telers betrekken
Het op 1 april 2018 gestarte project borduurt voort op de gebiedsgerichte aanpak, waarin het Hoogheemraadschap van Delfland polder voor polder de waterkwaliteit fijnmazig en intensief monitort, verontreinigingsbronnen lokaliseert en in overleg treedt met de telers om knelpunten op te lossen.

‘Samen meten, samen weten’ is opgezet om telers nauwer te betrekken bij de waterkwaliteit. Het Hoogheemraadschap van Delfland stelt de meters en teststrips beschikbaar waarmee de tuinders iedere twee weken de waterkwaliteit (EC en nitraatgehalte) rond hun bedrijven in kaart brengen. Deze worden gepubliceerd op de website van het project.

“Door samen data te verzamelen over de waterkwaliteit in de haarvaten van het watersysteem ontstaat er gezamenlijke kennis en kan er in de toekomst sneller worden gehandeld wanneer dat nodig mocht zijn”, zegt beleidsspecialist Water & Omgeving Guus Meis van Glastuinbouw Nederland. “De telers werken op vrijwillige basis mee. Ook zij zijn benieuwd waar eventueel verhoogde concentraties vandaan komen. Een goede waterkwaliteit is van belang voor het imago van de sector en behoud van het middelenpakket.”

Resultaten pilotgebieden
Na een jaar meten bleek dat de waterkwaliteit in de Oranjepolder goed op peil is gebleven, op één hoek na. Daar wordt het komende jaar verder op ingezoomd. In de Heen- en Geestvaartpolder zijn op meerdere plaatsen verhoogde concentraties van nutriënten gemeten. “Vanwege het beperkte aantal meetpunten is niet duidelijk waar de oorzaken precies liggen.”, aldus Meis. “Alle lozingspunten waren al eerder gesaneerd, dus daar kan het niet vandaan komen. Er kan voor een deel ook sprake zijn van instroom van buitenaf. Dat moet de komende tijd scherper in beeld komen. Er wordt nog overlegd over de plaats en de aantallen meetpunten voor het vervolgonderzoek, maar ook hier spitst de aandacht zich toe op de watergangen waar verhogingen zijn geconstateerd.”

Minder kwelwater wegmalen
Naast voortzetting van de pilot in de genoemde gebieden is er een derde project gestart rond het gemaal J.J.J.M. van der Burg in de Monsterse duinen. Dit gemaal draait continu om zout kwelwater weg te pompen naar zee, waardoor vers zoet water de sloten kan instromen. In droge periodes moet dit water helemaal worden aangevoerd vanuit het Brielse Meer.

Een groep van zes telers, allen aangesloten bij de collectieve waterzuivering De Vlot, meet om de week de EC in de watergangen. Meis: “De insteek is hier echter anders dan in de pilotgebieden. Delfland brengt stapsgewijs het aantal draaiuren van het gemaal terug. Als uit de metingen blijkt dat het zoutgehalte in de sloten laag blijft, scheelt dat veel energie en kostbaar zoet water".

De beschikbaarheid van voldoende zoet water is niet vanzelfsprekend. Delfland pompt op dit moment al zo’n 3000 liter zoet water per seconde binnen vanuit het Brielse Meer om de waterpeilen op hoogte te houden. Ook dat kost veel energie en bovendien biedt deze route bij een lange periode van droogte geen garantie voor voldoende zoet water. Dus hoe minder zoet water weer naar zee wordt gepompt, des te beter.

Meer nieuws gietwater